Summer Holiday in the Fleurieu Peninsula - Reisverslag uit Second Valley, Australië van Sanne Rijn - WaarBenJij.nu Summer Holiday in the Fleurieu Peninsula - Reisverslag uit Second Valley, Australië van Sanne Rijn - WaarBenJij.nu

Summer Holiday in the Fleurieu Peninsula

Door: Sanne

Blijf op de hoogte en volg Sanne

06 Maart 2014 | Australië, Second Valley

Aangekomen in Port Augusta is het inderdaad heerlijk om de zee weer te zien en nog belangrijker, de benzineprijs! Euforisch gooien we de tank vol bij het eerste beste benzinestation dat we zien, tegen een prijs van 1.59 p/L. Daarna gaan we bij de Woolies boodschappen doen, we kopen weer eens de hele 'reduced' sectie leeg, om daarna aan het water smoko te houden. Wat lekker om weer in de bewoonde wereld te zijn! Helaas is het hier alleen niet veel koeler dan in 'the Red Center' en dus nog steeds zweten geblazen.

Na de smoko gaan we nog even naar de bieb, omdat daar gratis wifi is en langs het infocentrum om te vragen wat we hier verder nog kunnen doen. Port Augusta blijkt verder niet zo heel interessant, dus besluiten we verder oostelijk te gaan rijden langs de kust. We vragen trouwens ook of het veilig is om hier te zwemmen. Ja hoor, zegt de mevrouw, tsja er is laatst hier in deze baai nog iemand door een haai gepakt, maar dat weerhoudt ons er niet van onze kinderen daar te laten zwemmen. Ok....

Ineens hebben we het idee dat we in Frankrijk zijn beland, want we rijden door heuvels bedekt met gouden graanvelden en daarachter een mountain range (Flinders Range, waarschijnlijk ontzettend mooi, maar we hebben wel even genoeg binnenland gezien voor een tijdje).

We belanden in Port Broughton, een slaperig kustdorpje, waar Nick zijn hengeltje uitgooit vanaf de steiger, terwijl ik mijn laptop erbij pak om mijn blog een beetje bij te werken (ik loop eennooorrrmmm achter namelijk). Na ook nog even het thuisfront op de hoogte te stellen van het feit dat we de tocht overleeft hebben (wat zijn ze blij, tot ze horen dat er hier wel weer bushfires zijn en er een storm op komst is...) gaan we een biertje drinken in de kroeg om te vieren dat we de kust hebben bereikt.

We zouden hier wel willen kamperen, maar het kost een schrikbarende 33 AUD per nacht, iets te veel voor ons budget op dit moment. Gelukkig vinden we op de kaart een reststop in Alford, een dorpje iets verderop tussen de landerijen. Het is de meest geniale reststop die we tot nu toe hebben gezien, want er is water en er zijn overdekte barbeques, mét licht voor in de avond.

We parkeren de auto 's avonds mooi onder de overkapping, want het regent... en het is koud! Zaten we een dag geleden nog zwetend in de auto, smachtend naar een koude douche of een duik in de zee, nu zitten we met een lange broek en een vest aan alsnog te bibberen. We horen op de radio dat er in Adelaide (waar wij zo'n 100 km vandaan zitten) sinds 40 jaar niet meer zoveel regen op één dag is gevallen.

Het is maar goed dat we de auto droog hebben gezet, want het regent werkelijk de hele nacht door. 's Ochtends is het nog steeds koud (Nederlandse herfstdag koud!) en een warme douche had nu niet vervelend geweest, maar dat zit er helaas niet in.

Dus vullen we een 1.5 liter waterfles met koud water uit een van de tanks, waar Nick zich een soort van mee doucht en ik in ieder geval mijn haar mee was. Ik weet niet of ik dit al had gemeld, maar het backpackers bestaan is niet het allerhygieënischte wat er is ;).

We rijden vervolgens richting Adelaide en onderweg vertelt een man bij een benzinestation dat daar alleen vanochtend al 80 millimeter regen is gevallen. Ai... Maar, vanmiddag zou de regen op moet houden en er is op dit moment het Fringe Festival, zegt ie, wat we vast heel leuk vinden.

Maar we vinden het helemaal niet leuk! Zodra we de stad inrijden stijgen de adrenalineniveau's behoorlijk na al die tijd over verlaten wegen te hebben gereden. We worden al gauw gek van al het verkeer en de vele stoplichten en als we dan ook nog is 3 AUD betalen voor een half uur parkeren, waarna we het infocentrum waarnaar we op zoek waren helemaal niet kunnen vinden, zijn we het zat.

We rijden het centrum uit, waarna we allebei bloedchagrijnig proberen te overleggen wat ons plan de campagne wordt. Ik kan u vertellen: niet echt het meest gezellige gesprek dat we ooit hebben gehad. Uiteindelijk bedenkt Nick dat we de auto misschien hier net buiten de stad gratis kunnen parkeren, om daarna een fiets te huren en daarmee de stad in te gaan om een hostel op te zoeken. Als we echter door de straat rijden bij het Community Centre waar we de fietsen kunnen huren, blijkt daar ook nergens een parkeerplek te vinden te zijn en dat is de druppel. Weg uit deze stad, dan maar geen Adelaide!

Het duurt nog wat een eeuwigheid lijkt om de stad uit te komen, helemaal omdat er ergens een weg afgesloten is waar de GPS ons maar naartoe blijft sturen. Helpt niet mee aan ons humeur, maar gelukkig lukt het uiteindelijk om het slaperige kustdorpje Port Nuarlunga te bereiken. Meteen knapt ons humeur aanzienlijk op, want het is hier geweldig mooi!
We rijden naar de boulevard, waar een lange houten steiger de zee in loopt, met een weerskanten een zandstenen (denk ik?) kust die uit de mooiste kleuren bestaat. Nick heeft uiteraard binnen de kortste keren zijn hengel gevonden, terwijl ik een bakje koffie haal en me met mijn dagboek settle aan het einde van de steiger. Het is verschrikkelijk mooi, met het bruin/grijze hout van de steiger, het geweldige blauw van de zee, de donkergrijze bewolkte lucht daarboven en de rode rotsen op de achtergrond. Wat een plekje weer!

Nick vangt ook nog drie squids en te meten aan de reactie van de andere vissers op de steiger is dat vrij bijzonder. Ik denk dat als ie iets langer had gebleven, hij misschien wel erelid van de visclub had mogen worden. Een van de andere vissers (die Nick vertelt dat hij pas nog een haai van ongeveer 5 meter onder de steiger zag zwemmen!) vraagt of hij ze voor hem dood moet maken, waarna hij ze behendig met één karateklap omlegt. Zodra ze geraakt zijn veranderen ze meteen van kleur en worden ze helemaal wit, een maf gezicht. Het wordt hem ook nog uitgelegd hoe ze klaar te maken, dus vanavond eten we squid.

We vinden een Woolies waar we alle benodigdheden vinden en dan is het tijd om op zoek te gaan naar een camping. Op de parkeerplaats van de Woolies zijn twee vrouwen campagnefoto's aan het ophangen (blijkbaar zijn er bijna staatsverkiezingen) en ik vraag één van hen of zij een camping in de buurt weet.

Ze vertelt me dat de eerste camping die zij weet zo'n kwartier rijden verderop is (ongelooflijk in zo'n mooie plek, geen toeristen!) en ik krijg meteen een half uur informatie over wat ik nog meer allemaal moet gaan zien nu ik hier ben. Aussies, zo trots op hun land :D. Je hoeft hier maar één ding te vragen of je krijgt meteen een stuk of tien tips van andere dingen die je écht moet gaan zien. En dan maar denken dat je dat ook nog allemaal kunt onthouden.

We rijden naar het dorpje waar de dichtsbijzijnde camping is, Moana, maar die blijkt inmiddels al dicht (het is dan ook al 19.00 uur). Nick staat uiteraard te popelen om zijn squids klaar te maken, dus in plaats van een kampeerplek voor vanavond te zoeken, gaan we richting de boulevard om te koken. Dit is ook al zo'n leuk, slaperig kustdorpje.

Dat is ook het enige leuke aan deze avond, want waar over ik nog niet eerder geschreven heb, is dat het tussen Nick en mij al de hele reis niet goed gaat. Hoewel we veel lol samen hebben, blijkt de overgang tussen hoe we thuis samen waren, naar ineens samen reizen en 24/7 samen zijn een moeilijke te zijn.

Waar we thuis al tegen aan liepen, wordt hier nog eens uitvergroot en dat is het feit dat er een 'leeftijdsverschil' tussen ons is. Hij is nogal speels en vergeet soms gewoon dat ik er ben, wat lastig is omdat ik niet gewend ben om zo met iemand 'samen' te zijn. Hoewel ik er nog hard voor geknokt heb en nog steeds bereid ben om eraan te werken, ziet Nick het niet meer zitten.

Hoewel ik het al mijlenver zag aankomen en zelf ook een aantal keer op het punt heb gestaan om alleen verder te reizen, maakt het me toch erg verdrietig. We waren echt verliefd toen we samen op deze reis gingen en hoewel ik wist dat het lastig zou worden, zeker omdat Nick langer in Australië blijft dan ik, had ik toch gehoopt dat we er sterk uit zouden komen.

Ik weet dat er ook veel familieleden van Nick mijn blog lezen en het misschien niet leuk is om te lezen, maar ik heb toch besloten erover te schrijven. Het is uiteindelijk mijn blog en ook mijn herinnering voor de toekomst en ik wil erg graag eerlijk over zijn. En eerlijk gezegd, ben ik er behoorlijk boos en verdrietig over dat Nick het nu opgeeft en niet meer met me samen wil zijn, zoals elke vrouw zich daarover denk ik gekwetst zou voelen.

Dat maakt het uiteraard een lastige situatie, want mijn gevoel zegt nu dat ik zo snel mogelijk van hem weg wil en hem niet meer wil zien, maar ik kan nu niet meer weg. Ik heb nl. een kostenplaatje gemaakt voor het laatste deel van mijn reis hier en dat liet behoorlijk duidelijk zien dat ik het me niet meer kan veroorloven om nu met de bus of trein verder te gaan en de rest via tours te zien.

Hopeloos loop ik het strand op, weg van Nick, met verder niemand in de buurt om mijn verdriet mee te delen. Wat zou ik nu goed een meidenavondje thuis kunnen gebruiken!

Er zit niks anders op dan hem weer op te zoeken en een kampeerplek te zoeken voor vanavond. Uiteindelijk kamperen we maar op een grasveld naast de camping (mét codes op de doucheruimtes, dus wéér geen douche vandaag), waar ik niet echt slaap de rest van de nacht. Nick, die zich nooit ergens al te druk over maakt (wat mij natuurlijk nog verdrietiger maakt, want het lijkt hem niet eens te deren dat we niet meer samen zijn), slaapt uiteraard als een roosje.

De volgende ochtend ben ik om 06.00 dus klaar wakker en ga ik maar eens op zoek naar een douche. Ik pak mijn spullen en loop terug richting de boulevard, waar gelukkig een openbare doucheruimte is, die ook nog op slot kan! Hoewel het een koude douche is, is het toch heerlijk om me weer even op te kunnen frissen.

Na mijn douche settle ik me op een bankje met uitzicht op zee, met mijn boek erbij. En een vest aan, want hoewel het is nog steeds behoorlijk bewolkt en fris. Weer geen weer voor een duik in de zee helaas. Het leven aan de kust blijkt hier behoorlijk te verschillen van dat in NSW, want daar waren om 05.00 's ochtends al veel mensen aan het hardlopen of fietsen.

Hier begint pas rond 07.30 een beetje het leven op gang te komen (het is dan ook een zaterdag, dat kan er ook mee te maken hebben) en komen er mensen voorbij wandelen en fietsen. Er komt een man van middelbare leeftijd mijn bankje voorbij fietsen en roept: 'Goodmorning!' 'Morning!'. Niet veel later komt hij weer langs, de andere kant op, en zegt: 'Beautiful day, isn't it?' 'Yes, it is'.

Niet veel later komt er nog een man van middelbare leeftijd langs fietsen, 'Goodmorning!' 'Morning!', en als hij terug komt fietsen: 'Beautiful day, isn't it?' 'Yes, it is.' Als het daarna NOG een keer gebeurt kan ik mijn lach niet meer inhouden, jaja, het is inderdaad een hele mooie dag.

Rond een uurtje of 08.00 komt Nick ook tevoorschijn, die een stukje over strand gaat lopen. Of ik mee wil? Nee, liever niet. Dus gaat hij alleen, terwijl ik op het bankje blijf kijken hoe de life saving club de jongere generaties hier traint.

Weer komt er een man op me aflopen, die ik hier eerder zag zwemmen. Hij vertelt me dat hier verderop een creekje op het strand uitkomt met prachtige paarse sporen in het zand. Klinkt goed, dus daar ga ik even een kijkje nemen. Inderdaad een mooi plekje.

Als we allebei weer terug zijn op het bankje, komt er ook nog een andere man, die zijn hond aan het uitlaten is, vertellen wat we allemaal nog moeten zien aan de kust hier. Als we alle tips die we van Aussies krijgen moeten opvolgen, kom ik nooit meer thuis..

Aangezien ik geen kant op kan, heb ik maar besloten de laatste paar weken met Nick zo leuk mogelijk te maken, voor zover dat kan. Dus staat voor vandaag McClaren Vale op het programma, waar 71 wijneren zijn, waar je overal gratis mag proeven!

Dat begint al in het informatiecentrum, waar ongeveer elke maand een andere wijnerij zijn wijnen presenteert. Aangezien we de enige twee zijn die om 10.00 's ochtends komen proeven, hebben we genoeg tijd om een praatje te maken met de man die ons verrukkelijke wijntjes in schenkt (en dat niet zuinig doet).

Hij vertelt ons dat hij al een paar keer in Nederland is geweest en uiteraard vragen wij waar, waarop hij antwoordt: 'Zoetermeer'. Zoetermeer?! Wat moet je daar dan?! Hij heeft daar kennissen wonen en verbleef van hun, dus vanuit Zoetermeer heeft hij de omgeving verkent. Leuk natuurlijk voor mij, aangezien ik daar vlak in de buurt woonde.

We voelen deze wijntjes al behoorlijk als we doorrijden over de toeristische route door de prachtige met wijngaarden bezaaide heuvels. Voor Nick lijkt het me wel handig als we fietsen huren, maar dat blijkt nog best prijzig, dus hij vindt het prima om gewoon te rijden.

De eerstvolgende wijngaard is een behoorlijk chique. Ik had daar al een beetje op gerekend en er dus in ieder geval voor gezorgd dat ik een vrij netjes jurkje aan heb (uiteraard wel Aussie stijl met teenslippers aan), loopt Nick in een vieze broek met zijn vest erboven. We voelen ons behoorlijk misplaatst zeg maar, maar er wordt gelukkig niet te veel van opgekeken.

Ze hebben geloof ik wel meteen door dat we hier niet zijn om ook werkelijk wijn te kopen, maar dat weerhoudt ze niet om ons meer dan 10 heerlijke witte en rode wijnen te laten proeven. Ze zijn zo lekker, vooral de Prosecco, dat ik er even over twijfel een fles aan te schaffen, maar de gedachte aan wat ik nog meer voor 20 AUD kan doen weerhoudt me ervan.

Ondertussen kletsen we wat met een van mannen die ons de wijnen inschenkt, die Nederlandse ouders blijkt te hebben. Natuurlijk vragen we ook hem waar in Nederland hij is geweest en tot onze verrassing is één van de plekken.. Zoetermeer. Het moet niet gekker worden, wat doen al die Aussies daar?!

Als we weer naar buiten lopen, onszelf nogal cheapo's voelend (proeven, proeven, niet kopen), zit de sfeer er lekker in zeg maar. Ik geloof niet dat Nick nog legaal mag rijden, maar we moeten toch verder. Nick wil de route wel afmaken: 'Dan kan jij gewoon proeven en drink ik wel water.'

Maar niet veel later rijden we langs een bordje met 'beer tasting' en dat klinkt wel erg verleidelijk. Dus hop, naar de volgende proeverij. Daar blijkt dat het bier proeven 10 AUD kost en het wijn proeven gratis is, u snapt dat dat een gemakkelijke keuze is.

Zodra we aan een tafel zitten, worden we geholpen en is Nick blijkbaar toch van gedachten verandert, want die laat de vijf wijntjes die we hier mogen proeven niet aan zijn neus voorbij gaan. Inmiddels is het alweer 13.30 en al dat drinken maakt hongerig, dus besluiten we hier maar te gaan lunchen. Een kijkje op de kaart helpt ons echter om toch een wijs besluit te nemen en het maar te houden bij de koude rijst die we over hebben van gisteren.

Terug in de auto willen we allebei echter alleen nog maar slapen: 'Is het gek als we hier op de parkeerplaats een dutje doen?' 'Uhm, denk het wel, laten we maar een ander plekje opzoeken..' Overal door de vallei zijn kleine weggetjes naar de verschillende wijngaarden, waar we na hopeloos te verdwalen maar gewoon eentje van uitkiezen, de auto aan de kant parkeren en onze oogjes sluiten. 'Wel maar voor een half uurtje ofzo, he!'

Twee uur later schieten we wakker. 'Heb jij nog honger?' 'Ja!' Op zoek naar een plek om te gaan eten belanden we bij nog een wijngaard (je kunt er hier natuurlijk moeilijk omheen..) waar we NOG meer wijnen proeven. Dan is het 17.00 en gaan alle wijngaarden gelukkig dicht, waardoor we nu echt wel een plek moeten gaan zoeken om te eten en de rijst uiteindelijk op een bbq wordt opgewarmd en nog prima smaakt.
'Zullen we hier gewoon kamperen?' 'Wel een idee, er zijn 71 wijnerijen, moet in een weekje wel lukken toch?' Je bent Nederlander of niet en gratis wijn is gratis wijn ;).

Na een belletje met het thuisfront (onderweg naar Oostenrijk voor een skivakantie, wat een tegenstelling!) ben ik blij om te horen dat de kindjes van mijn zus me gelukkig nog niet vergeten zijn. De tijd vliegt ongelooflijk snel voorbij en ik begin inmiddels wel een beetje te voelen dat het niet zo lang meer duurt voor het 17 maart is en ik naar NZ vlieg. Natuurlijk heb ik heel veel zin om mijn moeder weer te zien en aan ons avontuur te gaan beginnen, maar ik heb aan de andere kant nog helemaal geen zin om dit geweldige land te verlaten.

We rijden terug naar de kust om daar een kampeerplek te vinden en genieten ondertussen van de schoonheid van de zuidkust. Toen ik deze trip bedacht, had ik vooral de Great Ocean Road in gedacht, maar had er niet aan gedacht hoe mooi de rest zou zijn!

Het waait trouwens behoorlijk hard vandaag en dus is het weer bibberen geblazen. De ver weg gestopte lange broeken, vesten en truien worden tevoorschijn gehaald en we parkeren de auto op een strand, waar Nick zijn geluk met zeevissen weer eens beproeft, terwijl ik lekker warm in de auto mijn boek lees. Hoewel Nick vaak geluk heeft, laat het hem met vissen toch behoorlijk in de steek, dus na een half uurtje geeft hij het op: 'Het waait te hard, dan vang je niks.'

We denken er even over om hier te kamperen, maar er is hier geen beschutte plek, dus rijden we de kust verder af naar het zuiden om een plekje te zoeken. De weg langs de rotsachtige kust, met daarop overal graanvelden en wijngaarden brengt ons uiteindelijk naar Myponga Beach, dat ongeveer 10 km van de weg af ligt.

Myponga ligt in een baai aan een prachtig strandje tussen twee kliffen en er zijn denk ik maar zo'n 100 huizen, waarvan de meeste (grote villa's) vakantiehuizen lijken, want het dorp is uitgestorven. We rijden de hele weg af en het verlaten einde ervan blijkt een prima kampeerplek.
We komen aan als het net begint te schemeren en dat werpt een super mooi ligt over het blauwe water van de baai, het strand, de omliggende rotsen en de oude houten palen van de jetty die er nog staan, dus ik pak mijn camera erbij en ben een uur bezig met foto's maken. Daarna loop ik een rondje door het dorpje en als inmiddels echte reiziger, check ik ook even hoe het openbare toilet eruit ziet. Geschikt.

Als de avond valt genieten we op de motorkap met een biertje erbij nog even van het uitzicht, we kunnen namelijk een hele landtong afkijken met aan het einde alle lichtjes van Adelaide, en zoeken daarna beschutting in de tent, koude avond weer! Na een paar potjes yatzee is het tijd om met het geluid van de golven op de achtergrond onze oogjes te sluiten (om 21.00, op de zaterdagavond). Ondertussen vraag ik me af of ik er ooit nog aan kan wennen om gewoon tussen vier muren te slapen.

De fleecedeken blijkt echt de aankoop van het jaar, want we hebben hem hard nodig. De volgende ochtend worden we bibberend wakker en na een snel bezoek aan het openbaar toilet, gauw de warme auto weer in en verder rijden.

We zijn een beetje 'careless' geworden nu we weer terug zijn in de bewoonde wereld. Waar we in het midden van het land altijd zorgden dat we genoeg water bij ons hadden en een volle tank, is al ons water nu op (geen bakje koffie dus om de ochtend mee te beginnen) en is de tank bijna leeg.

Het helpt niet echt dat we de stijle klif weer terug naar boven moet rijden en we zien onze benzinemeter langzaamaan zakken tot het rode vakje, ondertussen genietend van het geweldige uitzicht over de kustlijn. Het barst hier trouwens ook van de kangaroos, waarvan er minstens 3 bijna onder/op de auto springen, maar dat is inmiddels zo'n bekend gezicht dat het ons weinig meer doet.

In Normanville, één van de weinige grotere dorpjes in de Fleurieu Peninsula, kunnen we gelukkig tanken en daarna rijden we op aanraden van de Lonely Planet door naar een mooi strand hier. Na daar een kijkje genomen te hebben (de zee is hier zo geweldig mooi blauw, gecombineerd met de rotsachtige kust met goude graanvelden erop.. je kunt ernaar blijven kijken!) rijden we door richting Second Valley, nog zo'n klein kustdorpje.

De dag kan niet écht begonnen worden zonder koffie, dus halen we bij de kiosk bij de camping (de enige winkel hier) toch maar een bakkie, het is tenslotte een van de eerste levensbehoeftes. Daarna zoeken we ook hier het strandje op, dat wat rotsachtiger is dan de rest van de kust en ook weer adembenemend. Helaas heb ik mijn camera in de auto laten liggen, dus je moet me maar op mijn woord geloven ;).

Er loopt een wandelpad richting een landtong voor het strandje, bestaand uit rotsblokken, waar ik op mijn slippertjes overheen klim. Aangekomen op het puntje, waar Nick natuurlijk al veel eerder aangekomen is dan ik, vlij ik me naast hem en genieten we van het uitzicht. 'Wat gaan we doen dan nu?', vraagt Nick. 'Geen idee, het is pas 09.00 uur. Maar kijk ons nou eens zitten op de zondagochtend! Normaal had ik nu me in mijn bed nog een keer omgedraaid om er pas om 12.00 uit te rollen en dan de hele dag op de bank tv te kijken, omdat ik zo brak ben.' 'Ja, maar nu doen we niks, behalve de hele dag naar mooie dingen kijken!' 'Precies, we kijken de hele dag naar mooie dingen.'

Het is eindelijk eens mooi weer vandaag, met een heerlijk zonnetje, en we hebben allebei het gevoel dat je hebt op de eerste mooie lentedag in Nederland, wat een heerlijk gevoel is dat! Vrolijk en met enorm veel energie voor de dag. Niet voor een duik in de zee, want het water blijkt echt enorm koud, véél kouder dan in NSW of Queensland. Ik geloof dat ik dat bodyboard, dat in de woestijn nog zo goed van pas kwam, niet meer ga gebruiken..

Als we van de rotsen zijn afgeklommen (eerst probeer ik het lopend, dan ga ik op mijn kont en dan is Nick het zat en tilt ie me er gewoon overeen) en van het strand aflopen is onze eerste stop de camping waar we eerder koffie hebben gehaald. Die blijkt nl. geen slagbomen te hebben of codes op de doucheruimtes en boeven als we zijn, is dat de ideale situatie voor ons om een gratis douche te nemen (ik voel me daarover overigens zo schuldig en ben zo bang om betrapt te worden, dat ik in eerste instantie vergeet mijn haar uit te spoelen..), de afwas te doen en ons water bij vullen (dat vies smaakt, God straft meteen).

In de keuken zijn een aantal dames pancakes aan het eten en dat wekt de eetlust op, dus onderweg naar Deep Creek Conservation Area (in het zuiden van de Peninsula en onze bestemming voor vandaag) halen we bij een kioskje langs de weg voor een schrikbarende 9 AUD 2 liter melk en 6 eieren (Nick: 'Can I have half a dozen eggs?', meisje achter kassa pakt gehalveerde doos van 12 eieren: 'Is that this many?').

Aangekomen in het park is het eerste wat we doen een picknick area opzoeken, ons fornuis installeren en pannenkoeken bakken. Genieten. Niet veel later komt er een busje aanrijden, waaruit een stel stapt en ook hun gasfornuisje installeert op een van de tafels naast ons.

'Ze stelen ons idee, zie je?', zegt Nick, waarop ik zeg: 'Nee joh, want zij gaan echt geen pannenkoeken bakken!'. Niet veel later komt de vrouw van het stel op ons aflopen en zegt: 'Nou das ook toevallig, ook Nederlanders en.. ook pannenkoeken aan het bakken!' Ze blijken uit Den Haag te komen en hier nu ongeveer 1.5 week te zijn, voor een reis van een paar weken. Ha, wij voelen ons natuurlijk echte Australië experts en praten ze de oren van het hoofd over wat we allemaal al meegemaakt hebben. Beat that.

Het blijkt nogal een duit te kosten om in het park te wandelen (12 AUD per auto) en daar bovenop dient nog eens 17 AUD neergelegd te worden als men hier wil kamperen. Hier kamperen wordt hem dus sowieso niet en wat die tien dollar betreft.. Tsja, het idee is dat je uit een box een envelop haalt, daar het geld in doet en je gegevens opschrijft en dat terug doet in de box, terwijl je ook een kaartje met diezelfde gegevens in je auto legt als bewijs dat je betaald hebt. Wij scheuren alleen het kaartje af, schrijven onze gegevens op en hopen maar dat het niet wordt gecontroleerd.

Er loopt een weg langs de kust met een mooi uitzicht op de oostelijke kant van de Peninsula en aan het einde daarvan loopt een wandeling de bossen in, richting een waterval. De wind is een beetje gaan liggen en de bewolking is weggetrokken, dus het is warm. Ik kan ik mijn vest en mijn lange broek omruilen voor een t-shirt en korte broek en is het tijd voor, jaja, zonnebrandcreme en een petje.

De afgelopen weken hebben we weinig gewandeld en dat heeft me een beetje lui gemaakt, dus ik zie nogal op tegen de wandeling van ongeveer drie uur die nu op het programma staat. Maar, het is mooi lenteweer, dus ik laat me niet tegenhouden door een beetje tegenzin.
De wandeling is helaas ook niet zo spectaculair (op zo'n plek had ik gehoopt op adembenemende uitzichten langs de kust, maar het pad loopt door een diep bos, weg van de kust) en de waterval is ook niet zo spannend. We wagen nog een duikje in het water, maar dat is ijs- en ijskoud, dus na drie (letterlijk adembenemde) seconden, springen we er weer uit ('In de woestijn hadden we dit heerlijk gevonden!').

Hoogtepunt van de wandeling is toch wel de 4GB SD-kaart die Nick met zijn haviksogen in het zand weet te spotten. Komt vast nog van pas.
Onderweg terug naar de auto stik ik van de dorst en uiteindelijk moet ik het opgeven en me wagen aan het vieze water dat we op de camping hebben meegestolen, bah. Wat kijk ik uit naar een paar slokke koude melk die we niet hebben gebruikt voor de pannenkoeken! Aangekomen bij de auto schiet ik meteen naar de koelbox.. maar daar zit geen melk op. Heeft Nick al opgedronken.. shit.

Aangezien we hier niet kamperen, rijden we na de wandeling het park weer uit om langs de oostkust van de Peninsula door te rijden naar Victor Harbor. Weer zo'n leuk kustplaatsje! De kust hier geeft ons het gevoel dat we ergens op zomervakantie zijn in Italië of Frankrijk.
Het is nu wel echt tijd voor een camping: alles wat een batterij heeft is inmiddels leeg en de waszakken zijn vol. Dus vragen we bij het infocentrum wat de goedkoopste camping is, waarna de vriendelijke mevrouw alle drie de caravan parks (als ik hier camping zeg dan denken ze dat je ergens bedoelt waar je je gratis je tentje op kunt zetten, het heet hier een 'caravan park', zorgt nog wel eens voor verwarring) afbelt en een reservering voor ons regelt voor 26 AUD.

Nick wil meteen zijn hengeltje uitgooien, maar het is al eind van de middag, dus het lijkt me beter eerst naar de camping (caravan park) te rijden, voordat de receptie dicht gaat. Daar aangekomen is Nick alsnog blij, want er is een groot luchtkussen waar hij even op kan springen. Ik klets wat met de receptioniste, die vertelt dat de night manager ook Nederlandse is.

Na een plekje gevonden te hebben ga we maar meteen de was doen, zodat we die vanavond nog kunnen uithangen en het morgen droog is. Bij de receptie ga ik geld wisselen en wordt in het Engels aangesproken door de Nederlandse night manager: 'Have to do some washing?' 'Yes, a lot!' Als ze me dan dollars teruggeeft, zeg ik lachend: 'Dankjewel he! Doei!' Waarop zij ook begint te lachen: 'Doeg!'

Als het wasje draait ga ik naar de camp kitchen om laptop en camera's op te laden (en tegelijk wat te schrijven), terwijl Nick bij de auto achterblijft. Na een uur of twee schrijven kijk ik ineens op mijn klokje, oei, 20.00 uur en we wilden nog wat gaan eten in het dorp. Snel loop ik dus naar de auto, waar Nick staat te praten met een van de oudere campinggasten. Aangezien Nick diep in gesprek is, gooi ik er even tussendoor dat ik de was maar ga ophangen, waarop de man zegt: 'Good, I love obedient women'. Ik kan hem natuurlijk wel de hersens inslaan, maar gezien zijn leeftijd besluit ik hem te vergeven.

Als de was uithangt (koude klus, want het is behoorlijk afgekoeld en ik loop nog op mijn teenslippers... na een tijdje voel ik mijn tenen niet eens meer!) gaan we de 2 km lopen naar het dorpje, maar daar aangekomen blijken alle restaurants al aan het sluiten te zijn. Dus zit er niks anders op dan een 'meal deal' te halen bij de Subway en buiten aan een tafeltje nog een best lekker broodje bal gehakt, een colaatje en een chocoladekoekje weg te werken.

We hebben inmiddels al wat koude nachten gehad, maar zo koud hebben we ze nog niet meegemaakt. We liggen allebei te bibberen en kunnen niet slapen, dus we kruipen maar tegen elkaar aan. Nick is bijna bereid om uit de tent te klimmen om de slaapzaak uit de auto te pakken, als extra laag, maar de gedachte aan de temperatuur buiten houdt hem toch tegen.

Half bevroren word ik om 08.00 uur wakker, maar gelukkig kan ik lekker onder een warme douche springen. Daarna pak ik mijn laptopje mee naar de kamp kitchen om verder aan mijn blog te werken. We moeten voor 10.00 uitchecken, dus om 09.45 loop ik naar de auto terug, waar ik nog steeds een slapende Nick aantref. 'Nick, we moeten om 10.00 uitchecken he.' 'Oh ja..'

Snel pak ik nog de was van de lijn en leg ik alles in de auto, maar uiteindelijk blijkt de haast voor niks, want je hoeft geen code in te toetsen als je de camping af wilt. Gelukkig maar, want we rijden natuurlijk pas rond 11.00 weg.

Van de pannenkoekenHagenezen hebben we gehoord dat hier op het eilandje voor de kust, Granite Island, elke middag penguins worden gevoerd en dat dat erg leuk is. Willen we natuurlijk meemaken, maar bij het infocentrum krijgen we te horen dat dat elke dag is, behalve op maandag. Jammer, jammer.

Het eilandje zelf moet ook mooi zijn, dus steken we de houten brug over, voor inderdaad een mooie wandeling van ongeveer drie kwartier rondom. Het is weer eens een heerlijk weertje, zo'n warme zomerdag in Nederland weertje. Ken je dat gevoel dat je hebt als je in mei ongeveer naar een warm land op vakantie gaat? Het doet me denken aan toen ik in mei naar Mallorca ging. In Nederland was het nog vrij koud en in Mallorca was het ook niet heel warm, maar toch lekker weer. Heerlijk genieten van het zonnetje daar en van het uitzicht. De kustlijn hier lijkt daar een beetje op, en het weertje dus ook, dus dat gevoel wordt weer helemaal bij me opgeroepen. Genieten.

We zouden hier dolfijnen, zeehonden en penguins moeten kunnen zien, maar die verstoppen zich tijdens de wandeling, die eindigt bij het haventje. Daar is een terrasje dat uitkijkt op de houten brug, het dorpje en een stuk van de kustlijn, een geweldig plekje. Het vakantiegevoel overwelmt ons en er zit niets anders op dan een tafeltje te zoeken in de zon, aan de waterkant, en een goede lunch te bestellen met een wijntje erbij.

De lange broeken zijn compleet overbodig, maar gelukkig heb ik mijn 'hippiebroek' aan, die ver tot boven de knietjes omhoog geschoven kan worden. Neusje en beentjes ingesmeerd, voetjes op de railing, wijntje in de hand en volle bak genieten maar. Niet veel later komt er ook nog in het haventje een zeehond spelend voorbij zwemmen. Top. Er zit niks anders op dan na het eerstje wijntje, dat prima smaakt bij de nacho's en fish and chips die we delen, nog maar een wijntje te bestellen. Het is tenslotte vakantie.

Als we ons uiteindelijk uit onze stoelen weten te werken en slaperig terug lopen richting het bruggetje, zien we ook nog een zeehondje op zijn zij vlakbij de waterkant drijven. Ik denk dat ie slaapt, een grappig gezicht. Levert de nodige foto's op.

De wandeling terug naar het vasteland lijkt ineens veeeeeeeeeeeeeeeel langer en ont-zet-tend vermoeiend, dus zodra we terug zijn bij de auto pak ik mijn handdoek en nestelen we ons op het strandje voor een dutje. Gaap.. wat een leven.

Aan het einde van de middag 'moeten we echt iets gaan doen', dus halen we wat boodschappen bij de supermarkt. Na de exorbitante lunch van vanmiddag hebben we afgesproken vanavond goedkoop te eten (ik heb nog helemaal geen honger), maar Nick kan de gebraden kip in de aanbieding niet weerstaan en dus wordt er ook nog een kip opgepeuzeld.
We rijden door naar onze volgende bestemming, Goolwa, dat aan de mond van de Murray River ligt. Nog net voor vijfen schieten we het infocentrum in, waar ons verteld wordt dat de route die ik in gedachten had (langs de kust van de Younghusband Peninsula), helemaal niet kan.

Er staat wel een weg op de kaart en de GPS zal het ook aangeven, maar er is dus helemaal niets. Ze geeft ons nog wel wat plekjes die we kunnen bezoeken voor we aan de Great Ocean Road gaan beginnen, o.a. Hintermarsh Island, met een brug te bereiken vanaf Goolwa.

Op het eiland doen we de toeristische route richting 'the Murray River Mouth' en ineens lijkt het alsof we op Texel zijn, want we rijden door de duinen heen. De monding van de rivier blijkt ook weer een hele mooie plek! En het voelt een beetje als thuis, want de (lichtblauwe!) rivier loopt tussen zandduinen door richting de oceaan.

Nick gooit zijn hengeltje weer uit en ik maak wat foto's en ga daarna heerlijk in het zonnetje in een van de duinen liggen met mijn boekje erbij. Ik ben overigens wel net gewaarschuwd door iemand dat hier heel veel slangen zijn, dus af en toe kijk ik maar eventjes goed om me heen.
We spelen daarna nog wat yatzee bij de auto en ineens beseffen we dat de zon ondergaat.. hmm, moet wel heel mooi zijn. Eventjes het potje afmaken! Nog net op tijd lopen we terug de heuvel op, om inderdaad een hele mooie zonsondergang mee te maken over de rivier.

De parkeerplek waar we nu staan is ook weer het einde van de weg en een prima kampeerplek, dus we slapen weer eens gratis vanavond. Vanuit de tent bekijken we de maansopgang (is dat in Nederland ook? ik kan me namelijk niet herinneren ooit eerder een gigantische gele bol te hebben zien opkomen, buiten de zon) en werpen daarna nog even een blik op de mooie sterrenhemel, waarna na een potje yatzee de oogjes weer dichtgaan. Dit keer mét de slaapzak over de fleecedeken heen, die de hoognodige verwarming geeft.

Wildkamperen betekent vroeg opstaan, dus om 07.00 uur sluit de tent en gaan we na een bakje koffie terug naar het vasteland. We leggen vandaag een behoorlijke afstand af, want hier langs de kust is niet zo heel veel. Eerst rijden we weer door wijngebied en daarna door Coorong NP, ook een duinachtig landschap. Niet de meest mooie of indrukwekkende route die we tot nu toe hebben afgelegd en dus een vrij saaie rit. Hoogtepunt is dat we met een pondje de rivier oversteken en daar tegelijk opstaan met een auto van google streetview en we dus zomaar te zien kunnen zijn in Wellington!

Ik, als navigator, mis bovendien de afslag naar een scenic drive, waardoor we ineens in het dorpje zijn waar de weg op uitkomt. Ik ben daar zo mee bezig dat ik vergeet te kijken op de kaart wat daarna komt. Dat blijkt een weg te zijn van ongeveer 150 km.. zonder tankstations als ik op de kaart moet afgaan.

Daar kom ik gelukkig niet al te lang nadat we het laatste dorpje uit zijn achter, maar gezien het 'We nemen nooit twee keer dezelfde route' principe, kunnen we volgens Nick nu onmogelijk terug rijden. 'Ah joh, redden we wel', waarop we allebei moeten lachen. 'Waarom moeten we hierom lachen Nick, dit is helemaal niet grappig.'

We rijden maar en rijden maar en zien ons benzinemetertje steeds verder zakken.. tot ie in het rood staat... 'Nick we moeten echt nog 90 km ofzo, dat redden we niet. Als we hier de afslag pakken en 50 km noorderlijk rijden, ligt daar een dorpje waar we kunnen tanken.'

Twijfel, twijfel, en dan op het allerlaatste moment hard op de rem trappen om vlak na de afslag de auto in de berm te parkeren. Gaan we echt zover omrijden voor benzine? Dan ziet Nick een bordje van een roadhouse iets verderop, waar we kunnen tanken! Pfiew.

Kneitertje duur natuurlijk, maar het moet maar. Als Nick betaald heeft, stappen we weer in de auto en rijden verder. 'Voor hoeveel heb je getankt Nick?' '13 AUD'. 13 Dollar maar?! Dat redden we nooit!!
Onderweg zijn er nog een paar afslagen voor uitzichtspunten en scenic drives enzo, maar met dit benzinegehalte besluiten we dat we dat maar beter niet kunnen doen. Dus, recht zo die gaat en maar hopen dat we het redden. We redden het uiteraard ook gewoon.

Weer terug in de bewoonde wereld passeren we een aantal weinig interessante dorpjes. Als we ergens aan de kust lunch aan het maken zijn bij een bbq, loopt Nick even naar de kust en roept me: 'Dolfijnen!'. Snel ren ik ook naar het strand en zie nog net drie dolfijnen voorbij zwemmen. Rennend probeer ik ze bij te houden, maar ze gaan natuurlijk veel te snel. Wow... je zou maar in Australië zijn, elke dag weer een nieuwe verrassing :).

We nemen nog een kijkje in Cape Jaffa, een klein dorpje dat net uit de grond gestampt lijkt te zijn, waar Nick vanaf de steiger vist en ik weer eens met mijn laptop tegen een van de pilaren aan ga zitten, ondertussen genietend van het uitzicht en het zonnetje. De vangst blijkt weer eens teleurstellend (= 0 vissen, maar nu lag het aan het aas) en dus rijden we het dorpje weer uit (niet voordat Nick bij een van de bedrijfjes aan de kade heeft gevraagd wat een lobster kost.. maar een slordige 65 AUD per kilo, iets boven budget).

De weg brengt ons in Robe, een historisch stadje aan de kust. Bij het infocentrum blijken we gratis fietsen te kunnen huren en daar zeggen we natuurlijk geen nee tegen. Helmpje op en gaan maar. Er loopt hier zelfs een fietspad langs de kust! Die brengt ons langs de kliffen, een torentje waar men vroeger reddingsboeien uit kon werpen in de zee naar drenkelingen (ik heb geen idee hoe het heet) en de nieuwe ultramoderne lighthouse.

Robe blijkt bijna alles te hebben wat we nodig hebben: het infocentrum/de bieb heeft ook nog gratis internet en op de boulevard kunnen we gratis (koud) douchen. Er is zelfs ook nog een bioscoop, dus halen we wat te eten en een drankje voor vanavond en gaan op zoek naar een barbeque. Die staan in elk kustdorpje in héél Australië, maar niet in Robe...

Als we aan het rondrijden zijn op zoek naar eentje, vraag ik aanwijzingen aan iemand. Ja, zegt ie, bij het meer zijn wel bbq's. Dan moet je links, en dan rechts, daar derde straat weer links... En dan krijg ik nog zes aanwijzingen die ik meteen weer vergeet. 'Uhm, is that where the sign boat ramp is?' 'Yes, exactly'. Mooi, die heb ik vanmiddag met fietsen gezien, dus dat moeten we wel kunnen vinden.

We rijden de hele weg af vanaf het bordje 'boat ramp' en rijden vervolgens een nationaal park in langs het strand.. mooi, maar geen bbq's. 'Kunnen we ze niet gewoon op het fornuis klaar maken, Nick?' 'Nee, hamburgers horen op de bbq.'

We rijden ongeveer een half uur doelloos rond, inmiddels behoorlijk verdwaald ook. De GPS weet ook niet meer waar we zijn en we gaan allebei kapot van de honger. Nick komt met de geweldige suggestie om naar het volgende dorpje te rijden, drie kwartier verderop.

Omdat hij perse de hamburgers op een bbq wil klaarmaken zit er niks anders op: 'pff oke'. Waarop een half uur bakkeleien begint: 'Als je niet naar het volgende dorpje wilt moet je het zeggen hoor, dan gaan we gewoon terug.' 'Ja Nick, we zijn nu al onderweg, nu kunnen we net zo goed doorrijden!' 'We kunnen ook terug hoor, als je dat echt wilt, maakt mij niet uit.' 'Maakt jou niet uit?! Jij wilde toch naar het volgende dorpje!' 'Nee, dat was jouw idee!' 'Jaaaa dag'.

Aangekomen bij het volgende dorpje, Beachport, rijden we drie rondjes, maar ook hier geen bbq te bekennen. Uiteindelijk rijden we maar een camping op, maken hop hop hop snel illegaal onze broodjes hamburger klaar op de bbq (heeft ie toch nog zijn zin). We proppen ze snel in een tupperware bakje en kunnen daarna eindelijk een biertje opentrekken en van ons hamburgertje genieten, met uitzicht op een geweldige kustlijn en de op-één-na langste jetty van S.A. 'Zie je wel, dat het een goed idee was om hierheen te rijden?' 'Ja hoor Nick'.

Onderweg hebben we een parkeerplaats langs het strand ontdekt en daar blijk je gratis te mogen slapen, als je maar niet langer dan één nacht blijft. Zijn we toch niet van plan! Wat een gelukje weer dat we deze plek toevallig hebben gevonden.

Die nacht begint het hard te waaien en vervolgens nog veeeeeel harder te regenen. Nick (held) springt de tent uit om gauw het zeil eroverheen te hangen, zodat we niet helemaal doorweekt raken. Als hij al bibberend terug kruipt in de tent en ik mijn oogjes weer heb gesloten, schrik ik meteen klaarwakker: 'Nick, ik denk dat mijn raam nog open staat!' Geen idee hoe ik daar nu bij kom, maar als ik mijn 'raampje' opendoe en naar beneden voel, blijkt ie inderdaad nog op een kier te staan. Snel klim ik de tent uit, de auto in en neem de schade op, 'Volgens mij valt het wel mee'. Snel raam dicht en terug naar bed.

Als we de volgende ochtend wakker worden, regent het nog steeds. 'Gaan we?', zegt Nick. 'Waarheen dan? Het regent!' 'Ja, maar we moeten toch ergens heen?' 'Nee joh, als het in Nederland regent blijf je toch ook het liefst de hele dag in bed liggen?'

Gelukkig houdt het een uurtje later op met regenen en klimmen we alsnog de tent uit.. Dan bekijk ik de schade nog eens goed en blijf ik vannacht echt nog half geslapen te hebben, alles is zeik nat nl. Inclusief Nick's Ipod... de schrik slaat me om het hart, want ik probeer dat ding panisch aan te krijgen, maar hij doet he-le-maal niks meer.

Nick komt net terug lopen van het toilet: 'Nick, hoe gaat jouw Ipod aan?' 'Gewoon een knopje indrukken..' 'Probeer jij het eens, want ik krijg hem niet aan. Als hij kapot is, ga ik echt heel hard huilen!' Dan lukt het Nick niet om dat ding aan te krijgen en barst ik in tranen uit, weer iets wat ik door zoiets stoms gesloopt heb! Gelukkig neemt ie het helemaal niet zo zwaar op en krijg ik een dikke knuffel als troost.

Als we de boel nog aan het opruimen (en afdrogen) zijn , komt er een politieauto de parkeerplaats oprijden. 'Nick, politie'. Altijd ff schrikken als je aan het wildkamperen bent, maar als het goed is mag je hier gewoon staan.

De politieman stapt uit en komt een praatje maken: 'Camping here are you?' Snel gooi ik er maar in: 'Yes, only last night, we're leaving today!' Blijkt nergens voor nodig, want hij is hier voor een jongerenproject. De politie heeft lokale projecten om jonge deliquenten een paar dagen uit hun omgeving te halen en met andere deliquenten bijv. teambuilding te doen. Vandaag krijgen ze surfles. Wat een leuk idee!! Zo zien ze meteen een heel andere kant van de politie.

Nadat de tent ook een beetje uitgewaaid en opgedroogd is, gelukkig is het zonnetje weer heerlijk gaan schijnen, rijden we door naar Mount Gambier. Daar is een meer dat 3/4 van het jaar grijs is zoals alle andere, maar in de zomer felblauw opschijnt. Wow!

Verder is er niet veel te beleven hier en dus wil ik de GPS aanzetten voor onze volgende bestemming... maar die weigert ineens ook dienst. 'Neeee, Nick, de GPS is ook kapot!' Ik word he-le-maal gek. Hij gaat nog wel aan, maar laat niet meer op. 'Ah joh, gaan we wel mee terug naar de Aldi'. Ok, maar ik raak echt niks meer aan vandaag!
We maken behoorlijk vooruitgang vandaag, want we rijden richting de grens met Victoria. Een meter voor de grens zien we een bordje waarop staat dat er grotten 8 km verderop zijn. 'FF kijken?' 'Ja joh, kunnen we meteen lunch klaarmaken'.

Daar aangekomen blijken ook hier geen bbq's te zijn en bovendien is de tour door de grotten 14 AUD, dus die doen we niet. Er loopt wel een wandeling naar beneden richting het water, want er is hier een gorge met een brede rivier erin. Om toch nog iets gezien te hebben, lopen we daar naar beneden, maar het blijkt niet zo'n mooie wandeling.
Op de terugweg naar boven stoot ik mijn teen heel hard tegen het enige stuk hout dat op het zandpad ligt en ik bloed behoorlijk. 'Dit is écht mijn ongeluksdag!!'

We rijden verder naar Nelson, net over de grens en dus zijn we weer in een andere staat, zo hebben we er al wat gezien! Het is vandaag niet zo heel lekker weer, een beetje regenachtig, dus als Nick uit de auto stapt om een eitje klaar te maken op de bbq (hier eindelijk één gevonden!) blijf ik even in de auto. Na een tijdje ga ik me vervelen en wil toch uitstappen, dus zoek ik mijn teenslippers onder mijn stoel.

Maar die liggen er niet... 'Ahhh Nick, ik heb mijn teenslippers bij de grotten lateddn staan!!' Die had ik ff uitgedaan om een pleister op mijn teen te doen na het stoten.. en heb ik dus niet terug in de auto gezet. Wat heb ik vandaag?! Een kleine 20 kilometer heen en terug dan maar, om mijn teenslippers op te halen.

Inmiddels is het eind van de middag en ben ik klaar met deze dag. Terug in Nelson gaan we nog even naar het infocentrum om te vragen waar we kunnen kamperen en wat hier nog te doen is. Nou, zegt de mevrouw, er is wel een mooie wandeling in de buurt van de grotten en op de weg daar naartoe is een plekje langs de rivier waar je kunt slapen. AARGGHH!!

Nick wil de wandeling op zich wel doen zegt ie, maar hij wil voornamelijk de 4x4 track daarheen proberen vermoed ik. Ik heb het helemaal gehad, ik wil een biertje in de kroeg (om deze dag nog een beetje goed te maken) en dan naar bed.

De 4x4 track richting de gorge blijkt idd best leuk om te doen, maar de wandeling valt letterlijk in het water, want zodra we daar aankomen begint het weer te regenen. Ondertussen zijn we er wel een stukje heen gelopen en vraag ik Nick mijn camera bij zich te houden, die ik de hele dag al aan het checken ben. Dit voelt echt als zo'n dag waarop ie kapot gaat nl., net als vorige keer. 'Nick, houd jij mijn camera ff bij je, zodat ik hem niet kapot kan maken'.

We rijden wéér terug naar Nelson, voor het biertje in de kroeg dat mijn dag nog een beetje goed maakt (Nick maakt me hopeloos in met poolen, maar ik had niet anders verwacht vandaag) en rijden dan naar de kampeerplek bij de rivier.

Weer gratis, we zijn lekker bezig. Het is wel waterkoud vanavond, maar gelukkig heeft er iemand een camp oven. Daar heeft ie eerst stew op gemaakt, maar gebruikt hij nu als kampvuurtje. Hij vindt het wel gezellig als we aanschuiven en dus kunnen we ons heerlijk opwarmen aan het vuur.

Leuk gezicht natuurlijk, dus Nick pakt mijn camera om een foto te maken. Zodra hij hem aanzet kijkt hij me met grote ogen aan: 'Ik heb slecht nieuws...' 'Neee!' 'Ja, hij is kapot!'

Dit ga je toch niet menen?!! Ik durf niet eens te kijken hoe groot de schade is, maar volgens Nick 'kunnen er nog wel foto's mee genomen worden, je ziet alleen niet zo wat je doet'. Hoe kan dit nou?? Uiteraard volgt er een, al zeg ik het zelf gezien de situatie nog vrij kalme, huilbui en duik ik daarna zo snel mogelijk mijn bed in (niet voordat ik gecheckt heb of alle ramen wel dicht zitten). Ik geloof dat ik wel genoeg heb van deze dag. Nu maar hopen dat de auto het morgen nog doet.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Sanne

Op avontuur!

Actief sinds 19 Sept. 2013
Verslag gelezen: 405
Totaal aantal bezoekers 22476

Voorgaande reizen:

20 September 2013 - 20 Maart 2013

Bangkok, Taipei, Sydney and beyond

Landen bezocht: