'Wij betalen helemaal nergens meer voor!' - Reisverslag uit Melbourne, Australië van Sanne Rijn - WaarBenJij.nu 'Wij betalen helemaal nergens meer voor!' - Reisverslag uit Melbourne, Australië van Sanne Rijn - WaarBenJij.nu

'Wij betalen helemaal nergens meer voor!'

Door: Sanne

Blijf op de hoogte en volg Sanne

16 Maart 2014 | Australië, Melbourne

De officiële laatste stop van de GOC is Geelong, waar volgens mij weinig te zien is. Het lijkt op een drukke industriestad en daar hebben we het niet zo op, dus besluiten we ergens verderop een kampeerplek te gaan zoeken.

Daar is op zich niets op tegen, behalve dat het alweer donker aan het worden is, en nog een parkeerplek moeten zoeken in het donker is niet zo prettig. We hebben ook nog niet gegeten en als we een McDonalds passeren is de verleiding te groot om niet even een menu naar binnen te werken.

Ik heb gezien dat er tussen Geelong en Melbourne (waar we naartoe rijden) niet zo heel veel meer is, maar er net boven Geelong nog een plaatsje aan de kust ligt. Kleine plaatsjes aan de kust zijn meestal prima plekken om wild te kamperen, dus we rijden die kant op.

Het is nog zo'n tien kilometer en inmiddels echt goed donker en de weg is smal en verlaten. Uiteindelijk zien we dan een klein haventje en rijden we over een wat lijkt op een door water omgeven weg (ik zie ons al met auto en al in het water verdwijnen), die vervolgens uitkomt op een rij van ongeveer 30 huizen.. verder is er niets. We rijden de weg helemaal uit en komen in een 'turning bay', waar nog een auto geparkeerd staat. Prima slaapplek.

Nick is helemaal blij, maar ik voel me altijd een beetje ongemakkelijk als we ergens in het donker aankomen, omdat ik dan niet goed weet waar we staan en hoe de omgeving eruit ziet. Het ruikt hier ook niet zo heel lekker.

Als ik een beetje lig te draaien en onrustig in slaap probeer te komen, hoor ik ineens stemmen. 'Nick, ik hoor stemmen!' Nick reageert niet. Dan schijnt er licht de tent in: 'Nick, ze schijnen met zaklampen de tent in!' Dat maakt hem gelukkig wel wakker, dus hij maakt een kiertje van het raampje open om te kijken wat er aan de hand is. 'Zijn vissers, hij staat daar ff te pissen.' Dan starten ze de auto en rijden weg.

De volgende ochtend om vijf uur herhaalt het ritueel zich, als er iemand aan komt rijden. Auto parkeren, ff pissen en dan vissen. Ik snap ineens wel waarom het hier een beetje raar ruikt. Echt heel veel slapen doe ik niet meer, maar dat is niet erg, want na zonsopgang kan ik eindelijk zien waar we gekampeerd staan. Ha, hebben we niet slecht gedaan, best een mooi plekje! De rij huizen blijkt namelijk op een landtong te staan, met overal om ons heen duintjes omringt door water.

Nick ff vissen (geen vis, 'ik heb niet het goede aas'), daarna bakje koffie en dan een plan van aanpak verzinnen. We blijken allebei niet echt de behoefte te hebben om veel tijd in Melbourne door te brengen, dus waarom niet vanavond de ferry naar Tasmanië pakken? Strak plan.

Dus bellen we de ferry. 'Nou meneer, als u vanavond nog mee wilt is dat 660 dollar'. Wow... Wanneer is het dan goedkoper? 'Dat is als u tijdens een day sailing mee gaat dit weekend, dan is het 365 dollar'. Shit, dat scheelt nogal. Maar ja, dan moet we vijf dagen wachten. En ik heb nog maar drie weken in Australië, dus vijf dagen niks is wel veel. Vijf dagen Melbourne is sowieso te veel. What to do?

We gaan maar eens kijken wat vluchten kosten. Snel richting Melbourne dus, om te kijken of we ergens wifi kunnen vinden. De weg van Geelong naar Melbourne is een vierbaanssnelweg, die hebben we al heeeeeeeeeeeel lang niet meer gezien. Blijkt toch maar weer eens wat onze Subie allemaal kan, want hier halen we gewoon mensen in!

In Melbourne aangekomen begint het gebruikelijke gehannes in steden, drukke weg, te laat borden zien, geen idee hebben waar we zijn.. Nergens internet kunnen vinden, dus uiteindelijk maar naar de haven en het kantoor van de 'Spirit of Tasmania' om nogrmaals te kijken wat de opties zijn. Hmm, blijft net zo duur en stiekem raadt het meisje achter de balie ons aan om te gaan vliegen, veel goedkoper.

We rijden het centrum een beetje uit, parkeren de auto ergens en gaan dan nogmaals op zoek naar wifi. We gaan twee restaurants/cafee's af waar de wifi toevallig nét kapot is (dat lijkt wel een epidemie in Australië) en nog veel meer plekken waar ze helemaal geen wifi hebben. Uiteindelijk vinden we aan het allerlaatste puntje van de straat die we uitgelopen zijn een tentje mét wifi én een lekkere lunchspecial. van tortillas met gegrilde groenten en lam, moet maar dan.

Het uitzoeken van vluchten duurt voor eeuwig, aangezien er zoveel opties qua vertrekdagen en vliegtuigmaatschappijen zijn en we ook nog eens kunnen kiezen tussen aankomen op Hobart of Launceston. Morgen zouden we voor 90 dollar kunnen vliegen, niet slecht. Het idee beklemt me wel, want dan zou ik ineens vanavond voor het laatst in deze auto slapen en gedag zeggen tegen onze levensstijl van de afgelopen paar maanden. Dan moeten we ook nog bedenken hoe we het verder gaan aanpakken op Tasmanië, aangezien we dan helemaal niks aan kampeerspullen e.d. bij ons hebben. We overwegen de optie van een fietsvakantie, maar dan moeten we weer overal accommodatie zoeken en dat is dan weer duur.. Zucht.

Het helpt natuurlijk ook niet mee dat Nick het na twee uur zat is en weg wil. 'Tuurlijk, Nick gaan we toch gewoon. Zullen we dan maar niet naar Tasmanië gaan?' 'We zien later wel joh.' Dus nog helemaal niks verder opgeschoten beginnen we aan onze volgende missie, het vinden van een douche, met als resultaat een koude douche aan het strand.

Het is alweer eind van de middag en dus gaan we op zoek naar een kampeerplaats, altijd vrij lastig rond steden. We rijden de suburbs door als we ineens langs een JB Hifi rijden, waar ik mijn camera heb gekocht. Mooi! Ik laat met ingehouden adem van de spanning aan de medewerker zien dat ik niks geks met mijn camera heb gedaan en het scherm (het beeld óp het scherm) tóch kapot is. Hij bekijkt de camera, overlegt met de manager en komt terug met het vreugdevolle nieuws dat hij inderdaad verder geen schade kan ontdekken en ik een nieuwe camera krijg!! Jeeeeeeeeeeejjjj!!

Moet ik dan wel morgen op gaan halen in de stad, want ze hebben hem hier niet op voorraad. Geen probleem! Dan gaan we naar de overkant van de straat, waar een Dan Murphy's is, onze favoriete drankzaak van héél Australië. Daar is de drank normaal al goedkoop, maar nu blijkt er ook nog een 'end of bin' en 'reduced to clear' actie te zijn, met tonnen vol flesjes bier voor 1 en 2 dollar. We must have died and gone to heaven.

Ongenegeerd graven we ons een weg door de biertjes, want de schaamte van kansloze gierige backpackers zijn, zijn we al lang voorbij. Naast de tonnen staat een kar met zo'n 16 flesjes appelcider, die Nick meteen voor mij reserveert: 'Kunnen we mooi de kar gebruiken.' Die rammen we he-le-maal vol met xxxx-Gold (Nick zijn favoriete biertje), cider, Corona, halve liters Kronenberg cider (normaal 7 AUD per fles!).. tot er geen lekker biertje in die vier tonnen meer te bekennen is. Jammer voor de persoon die na ons komt!

Grinnikend staan we aan de kassa, waar de caissière nog een opmerking maakt over of we een goedkoop feestje willen houden ofzoiets, maar het maakt ons allemaal niet uit. Wij genieten alleen maar van de hoeveelheid flesjes die we op de toonbank zien en het bijbehorende bedrag dat op de kassa staat.

Het past allemaal maar net aan in de auto en rammelt alle kanten op als we weg rijden. We doen nog even boodschappen bij de Woolies (uiteraard ook van de reduced plank), waar ik een hele dronken Sam aan de telefoon krijg (van de camping in Cairns).

Als we weer helemaal bevoorraad zijn, vervolgen we onze zoektocht naar een slaapplek. En oh ja, naar wifi, aangezien we nog steeds niks geregeld hebben. We bellen nogmaals naar the Spirit of Tasmania, omdat te vragen wat de terugweg zou kosten. Dat blijkt dan wel weer mee te vallen, dus we besluiten uiteindelijk toch deze zondag overdag de ferry te nemen. Ik vlieg dan door naar Sydney en vervolgens Nieuw Zeeland, en Nick blijft op Tassie tot hij goedkoop terug kan met de auto.

We rijden nog zo'n tien kilometer de stad uit naar een dorpje waar blijkbaar nergens wifi is, vragen aan een paar tieners waar dat dan wel is en rijden vervolgens nog vijf kilometer naar de mcDonalds. Een hoop benzine, een milkshake en een hamburger armer, boeken we dan uiteindelijk toch ons plekje naar Tassie. Ik check ook meteen even mijn bankrekening.. ouch. Die tocht door the Red Centre was toch iets duurder dan verwacht.. Nu moet de hand écht op de knip!

Nu nog een kampeerplek. Inmiddels is het alweer donker. 'Waar zijn we dan?', zegt Nick. 'Geen idee', zeg ik. We rijden maar dezelfde weg terug en tanken bij een 7/11, waar Nick de daar werkende Chinees vraagt of we ergens in de buurt gratis kunnen kamperen. De Chinees snapt het niet.

Gelukkig komt er net een Aussie aanrijden om te tanken, die het wel snapt. Hmm, nee gratis campings weet hij niet, maar we kunnen het op één van de parkeerplaatsen bij het strand proberen? Daar hebben we vanmiddag al gescout en slaapt Nick liever niet, omdat daar bordjes staan met 'niet kamperen' en hij bang is dat we een boete krijgen. Ik ben daar nooit zo bang voor, aangezien er zoveel parkeerplaatsen langs de kust zijn, dat ze echt niet gaan checken.

Gelukkig is Nick inmiddels behoorlijk moe en het zat, en kan hij niet wachten om aan de voorraad biertjes te beginnen, dus is het niet makkelijk hem over te halen daar toch te slapen. Na nog een zoektocht terug naar het strand ('Welke kant ligt het strand op dan?!', 'Geen idee'), vinden we uiteindelijk een wat afgelegen plek. Perfect.

We parkeren achter een camper die hier duidelijk ook kampeert en vinden op zo'n vijf meter afstand van de auto een bankje met uitzicht op de lichtjes van Melbourne. Beetje koud wel, dus truien aan, slaapzak om ons heen, biertje opentrekken en dan alleen maar genieten. We zijn het wel met elkaar eens dat dit veel beter is dan onze avond in de kroeg doorbrengen.

Na een tijdje worden we vergezeld door een man, die blijkbaar van het uitzicht komt genieten. Hij lijkt niet echt behoefte te hebben aan een praatje en negeert ons, een meter bij hem vandaan zittend, maar als Nick een beetje doorzet, komt hij toch los. Het gesprek komt op de Loch Ard, het schip waar wij eerder de show over gezien hebben.

Op dat schip was een keramieken peacock van 2 meter hoog, bestemt voor een tentoonstelling in Australië en uiteindelijk de enige andere overlevende van het schip. Het verhaal is dat de krat met peacock de dag na de scheepsramp ineens boven het water uitkwam en aan strand aanspoelde. Volgens deze meneer echter staat in zijn oma's dagboeken dat zijn opa het ding van het schip is gaan halen... lijkt ons een beetje sterk verhaal.

Biertjes maken slaperig en als er toch wel een behoorlijk beetje van de voorraad doorheen is gegaan, sluiten we de oogjes. Vroeg opstaan weer natuurlijk, want we staan weer eens illegaal. We rijden naar een andere parkeerplaats en maken daar ons gebruikelijke bakje koffie en broodje, om daarna richting de stad te gaan rijden.

Drama weer, want het is enorm druk op de weg, dus het duurt een eeuwigheid om de stad in te komen. Geeft mij wel mooi de tijd om even naar huis te bellen (het is hier 10 uur later) en mijn vader om een gunst te vragen. De betaling voor mijn ticket naar Nieuw Zeeland is nl. nog steeds niet rond en dat begint me nu toch wel een beetje zenuwachtig te maken. Daarvoor moet ik een formulier invullen en faxen, maar ik heb natuurlijk nergens een fax. Het geld gewoon overmaken is ook geen optie, want ten eerste gebruiken ze hier geen IBAN (why oh why?) en die is wel nodig voor transacties naar het buitenland, en ten tweede hebben ze me daarvoor weer een formulier gestuurd... dat ik moet invullen en faxen. Zucht.

Gelukkig is mijn lieve paps zeer bereid te helpen en loods ik hem door het formulier heen, waar de grootste abracadabra op staat. Bij China Airlines kennen ze de uitdrukking 'leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker', blijkbaar nog niet.

Als we eindelijk de stad in zijn, begint het volgende gebruikelijke probleem: parkeren. We rijden gelukkig tegen een parkeergarage aan met een 'early bird rate'. Als we er nu inrijden en na 14.00 weggaan, parkeren we maar voor 12 AUD. Nou, dat is nog wel te doen.

In de parkeergarage worden nog even de haartjes gekamd en de tandjes gepoetst, zodat we nog een beetje toonbaar zijn. Meteen naast de garage zit een voor Nick onweerstaanbare Apple Store, waar dus het eerste half uur in Melbourne wordt doorgebracht.

Daarna gaan we naar het Visitor Information Centre, waar we inmiddels schaamteloos kunnen vragen welke dingen we GRATIS in Melbourne kunnen doen. Netjes krijgen we een kopietje van de gratis dingen die je in Melbourne kunt doen.. blijkbaar zijn we niet de enigen die het vragen ;).

Eerste stop is de JB Hifi om mijn camera op te halen. Onderweg lopen we door Delgrave Street, een leuk smal straatje met aan weerszijden allemaal cafeetjes. Ze zijn daar een filmscene aan het opnemen en we stoppen even om te kijken.. maar zijn het al snel zat, best saai dit!! Een stel loopt door het straatje al pratend, terwijl een man ze van de andere kant tegemoet loopt. Het opnemen ervan duurt zo'n twee seconden, het gedoe eromheen tien minuten. Duurt ons te lang.

Heerlijk gevoel om daarna mijn nieuwe camera in handen te krijgen, waar ik maar meteen een veel steviger en stof/water/zand dicht hoesje bij koop. Mijn vorige camera kreeg ik goedkoper, omdat het een 'display model' was. Dit is een splinternieuwe, die veel sneller werkt en er mooier uitziet. Wat een geluk.

Nick is nog blijer dan ik en begint spontaan van ongeveer alles wat hij tegenkomt foto's te maken. Onderweg schiet ik een paar souvenirwinkels in, want het kan zomaar zijn dat ik niet terug kom in Australië en dit mijn laatste dagen zijn op 'mainland'. En dus moeten er de nodige souvenirs voor thuis ingeslagen worden! Beetje jammer dat ik die allemaal straks door heel NIeuw Zeeland met me mee moet slepen..

Als we terug zijn bij het visitor centre blijkt er net een gratis rondtour te vertrekken, mooi! Wij betalen helemaal nergens meer voor, dus sluiten ons aan bij het clubje mensen wat er al staat. De tour blijkt niet heel veel verder te komen dan het gebouw aan de overkant en het museum dat zich daarin bevindt, maar de gids is leuk en het is best een mooi museum, dus we hebben niks te klagen.

Na de tour is het alweer lunchtijd, dus zoeken we een barbeque op langs de rivier en nuttigen een heerlijk (reduced!) biefstukje met een (reduced!) biertje erbij. Daarna lopen we een rondje langs alle stadions die zich hier vlakbij het centrum bevinden (tennis, cricket, football..).

Vervolgens nestelt Nick zich in het gras in een park met uitzicht op de skyline, terwijl ik terug ga naar het visitor centrum waar je een bustour kunt doen voor 5 AUD. Lucky me, want ik kom voor de laatste tour en mag gratis mee. Dit begint ergens op te lijken.

De bus rijdt een rondje door de stad en ondertussen klets ik gezellig met het Chineese meisje naast me, dat geweldig Engels spreekt. Een leuke Chinees, want ze is al een beetje geAustraliseerd merk ik. Na de tour krijg ik een dikke knuffel van mijn nieuwe vriendin (ik denk dat dat nog een beetje Chinees is..) en vind ik mijn weg terug naar Nick bij de auto. Eerst willen we wegrijden, maar dan bedenk ik dat we tot middernacht voor 12 AUD mogen staan. Het is pas 18.00, waarom zouden we nu al weg gaan?

We gaan terug naar het plein waar het Information Centre zit, Federation Square, waar van alles tegelijk gebeurt. Er zijn hier openbare sportlessen en danslessen en er is een pratende wastafel. U leest het goed. Hij spreekt mensen aan die langslopen en er zijn er genoeg welwillend genoeg om mee te spelen. Grappig gezicht, maar zodra je ontdekt hebt waar de man met de microfoon staat is de lol er een beetje af.

Ik wil graag naar een stand up comedy club als het kan, eentje op mijn bucket list voor Australië, maar aangezien mijn telefoon de wifi hier niet pakt, Nick zijn telefoon leeg is en het visitor center al dicht is, weten we niet goed waar te beginnen met zoeken. Gelukkig zijn er een paar vriendelijke tieners naast ons die voor mij een paar adresjes opzoeken via Google en vervolgens ook nog laten zien hoe ik moet lopen.
De eerste club blijkt maar twee straten verderop en dus lopen we daar naartoe. Die blijkt echter alleen in het weekend open, niet verrassend natuurlijk. De andere clubs liggen buiten de stad en ik vermoed dat die ook niet open zullen zijn, dus de missie wordt gestaakt.

Nick heeft vanmiddag een affiche gezien over een soort symposium vanavond over het inrichten van steden en biodiversiteit.. gratis. Niet echt mijn straatje, maar de zaal is lekker warm en de bankjes zitten ook best lekker. Ik tune een beetje uit en kijk naar de plaatjes, terwijl Nick geïnteresseerd de boel voor een uurtje of twee volgt.

Als het om 20.30 voorbij is, is het weer eens tijd om in het donker een slaapplek te gaan zoeken. De man bij het benzinestation gaf ons de tip dat er veel mensen langs de rivier vlakbij het centrum kamperen. Daar rijden we heen, maar ik voel me er helemaal niet op m'n gemak, dus uiteindelijk leggen we weer een behoorlijke afstand af richting het strand. Ik weet nog wel een plekje waar we kunnen slapen, maar daarvoor moeten we een stukje noorderlijk rijden.

Aangezien we morgen richting Kangaroo Island willen, dat zuidelijk ligt, rijdt Nick liever een stukje richting het zuiden. Daar heb ik eigenlijk geen zin in, want ik ben moe en ik wil slapen, maar ik stem er toch mee in. We rijden nog een stukje langs de kust, maar komen dan in bewoond gebied... met geen enkel afgelegen plekje om te kamperen. Met als resultaat dat we ergens aan het einde van een straat staan, de auto scheef overhellend, voor iemands huis. Mijn humeur is ondertussen ver onder nul gedaald, dus Nick kan ook niks meer goed doen. Zodra de auto stil staat, spring ik eruit, poets mijn tanden, klim in bed en stop vervolgens demonstratief mijn oordopjes in mijn oren. Zo.

De volgende ochtend vroeg op, aangezien we midden in een straat wild kamperen. We staan om 06.00 op, om meteen weg te rijden. Onderweg ga ik me maar eens in de Lonely Planet verdiepen in Kangaroo Island, om er vervolgens achter te komen dat het meer dan 300 dollar kost om de ferry daar heen te nemen... one way! Dat gaan we natuurlijk niet betalen.

Dus: immediate change of plans, we zetten koers naar Phillip Island. Dat betekent een ferry nemen vanaf Stoney Point, als het goed is. Alleen staat er niet echt duidelijk in de LP of de auto ook mee mag? Hmm...
Als we na 1.5 uur rijden aankomen bij Stoney Point, blijkt dat de auto NIET mee mag. Shit! De man die de kaartjes verkoopt vertelt ons dat we de auto beter wél mee kunnen nemen, aangezien Philip Island best groot is. Dat kan via de weg naar Newhaven, volgens hem niet zo ver rijden: 'It's only a 90 minute drive'.

We zijn gelukkig niet helemaal voor niks deze kant op gereden, want we kunnen hier op de camping voor 10 cent een warme douche nemen! Halleluja! Ik sta helemaal klaar, gooi mijn tien cent in de gleuf, draai de kraan open en wacht tot het verrukkelijke warme water zich over mijn gezicht verspreidt... maar er gebeurt niks. Die stomme douche doet het niet. Aan de andere kant hoor ik Nick wel douchen.

Nou, ik ga ook mooi bij de mannen douchen. Er is er maar één, dus ik wacht tot Nick klaar is en spring dan, onder zijn nog lopende (jeej 10 cent bespaart!), douche. Het is zo'n genot dat ik het niet kan helpen om dat even hardop te laten horen, wat volgens de Nick het verbaasde gezicht van in ieder geval één bezoeker van de mannen toiletten oplevert.

Als ik me uiteindelijk weet los te rukken (geholpen door de verschrikkelijke stank van de mannen toiletten.. ieuw, jullie zijn viespeuken), doen we een ontbijtje op de parkeerplaats en rijden we daarna maar weer verder. De auto maakt ineens een beetje een rare tik, maar volgens Nick gaat dat wel weer over, want bij hem gaat altijd alles vanzelf weer werken.

Dat doet het ook, ongelooflijk. Toch maar even in de gaten houden, want dat hoort de auto niet te doen. Na een niet zo boeiende rit komen we aan op het eiland, bekend om zijn 'Penguin Parade'. Na zonsondergang komen hier nl. de penguins aan land om hun kleintjes te voeden en dat kan vanaf een tribune bekeken worden.

Bij het infocentrum vragen we om wat info, met de nieuwe toevoeging 'preferably free'. Phillip Island blijkt niet echt gericht op backpackers on a budget: the penguin parade kost bijv. 23 dollar en kamperen kan vanaf een mijn-mond-valt-open 35 dollar per nacht.
Nou, wij betalen helemaal nergens meer voor! Veel gratis dingen zijn hier echter niet te doen, dus we moeten inventief zijn. We rijden richting het zuidelijkste puntje van het eiland, naar 'the Noobies', waar een boardwalkwandeling is langs de rotsachtige kust.

Onderweg komen we langs de racecourse (6 AUD om naar binnen te mogen, te duur) en het centrum waar de penguin parade is. Op de een of andere manier zit er niemand om een kaartje te controleren, dus kunnen we zomaar naar binnen lopen. Daar zijn een aantal broedkasten, waar je gewoon penguins kunt zien. Ha, wij betalen helemaal nergens meer voor! In de winkel ontdekken we een pratende penguin knuffelbeer, die alles wat we zeggen met een hoog stemmetje herhaalt. Het is ongelooflijk hilarisch en hoe meer dat ding ons lachen nadoet, hoe harder wij weer moeten lachen. We zien er vast heel dom uit, maar we houden het nog best lang vol. Hadden we nou maar geld om zo'n ding te kopen!

Als de penguin ons eindelijk heeft laten gaan, rijden we naar the Noobies. Voordat we beginnen aan de wandeling lunchen we op de parkeerplaats, we zetten ons fornuisje naast de auto en maken noodles en aardappelen en groenten klaar, met een biertje erbij. Het levert ons een hoop (positief) commentaar op.

Ondertussen doe ik een belrondje naar Neil (die even niet weet wie ik ben en zegt dat ik waarschijnlijk een verkeerd nummer bel) en Shirley (ik krijg Barb aan de telefoon, die me ook tot twee keer toe vertelt dat ik een verkeerd nummer heb gebeld..). Nu (bijna) al onze Australische vrienden ervan op de hoogte zijn dat we nog leven, gaan we aan de wandeling beginnen.

Terwijl ik aan het bellen was, kwam er random een man op Nick aflopen om hem te vertellen dat er penguins onder de boardwalk zijn. Als we de wandeling aan het maken zijn, komt hij op ons afhollen: 'Here's one!' Er zijn rondom de boardwalk allemaal broedkasten en blijkbaar zijn er een paar penguins aan land. Pff, wie betaalt er nou 23 dollar om penguins te zien!

We kijken naar de penguin in de broedkast en dan vertelt de man ons dat hij er verderop nog vijf heeft gezien. Moet je wel even op je buik gaan liggen, want ze zitten onder de boardwalk. Niet veel later ligt ie op zijn buik om de penguins aan te wijzen. Gekke Canadees. Zodra hij ze aan ons aangewezen heeft, gaat ie er vandoor: 'I did my good deed for the day'. Geen idee waarom hij ons koos om de penguins aan aan te wijzen, maar het is wel leuk om ze te zien.

Zodra hij weg is, liggen wij natuurlijk op ons buik om de penguins te bekijken. Jep, vijf penguins zitten er. Oh nee, zes, eentje zat er verstopt. Ligt best lekker zo, in het zonnetje. Geen zin om op te staan. 'Penguins doen ook weinig', zegt Nick. 'Tsja, ik vraag me af wie er grotere nietsnutten zijn.. wij of de penguins.'

De wandeling loopt verder langs een blowhole, dit keer een echte! Zien we eindelijk hoe het er eigenlijk uit hoort te zien, best vet om het water zo terug te zien spuiten vanuit de grot.

Als we de wandeling hebben afgemaakt rijden we verder naar Cowes, het grootste dorpje van het eiland, aan de kustlijn, met een prachtige steiger. Nick gooit zijn hengel uit, ik pak mijn boek en werk me naast hem tegen een van de palen aan, heerlijk in het zonnetje. Perfecte omstandigheid natuurlijk om in slaap te vallen.. behalve dat ik op het randje van een steiger zit. Gelukkig val ik er niet af ;).

Als ik uit mijn coma ontwaak en Nick klaar is met vissen gaan we naar de supermarkt. In ons nieuwe 'ik betaal helemaal nergens meer voor' regime, hoort ook zo goedkoop mogelijk boodschappen doen. Niet Nick's sterkste kant. Op budget leven betekent pasta eten, maar volgens Nick moet daar écht kangaroo gehakt in, veel duurder dan gewoon gehakt. 'Nee Nick..' 'Maar dit smaakt lekkerder.' 'Wat maakt het nou uit, we gooien er toch saus overheen.' Waarop ik een dikke zucht terug krijg.
Zo gaat het ook bij de chips, de snoepjes, de worstjes en de frisdrank. Ik word er ook niet vrolijker van, want ik houd ook helemaal niet van op budget boodschappen doen. Dit kunnen nog een paar lange weken worden.. In deze supermarkt hebben ze trouwens een hele Nederlandse plank! Hagelslag, mergpijpjes, lange vingers.. noem maar op. Oeh, daar zou ik wel wat dingetjes van mee willen nemen. Te duur.

We gaan terug naar de steiger om daar de pasta te maken en eten op de boulevard, met een reduced biertje erbij. Wat een plekje weer... Ik kan niet geloven dat dit over 2.5 week voorbij is. Niet meer zomaar gaan waar de wind me brengt, niet meer op de mooiste plekjes slapen in de auto en niet meer met Nick reizen.. ik kan me er nog niks bij voorstellen. En als ik het me wel voorstel, word ik behoorlijk verdrietig.
Vanmiddag hebben we een weg genomen die langs het strandje waar de penguins aan land komen omhoog loopt, langs de kustlijn. We hebben bedacht dat we daar nog wel eens gratis een graantje kunnen meepikken.

We rijden de weg op, parkeren de auto achterstevoren, doen de tent omhoog en pakken er een biertje bij. Euforie overheest. Wow, wij zijn echt geniaal. We liggen gewoon IN onze tent, MET een biertje erbij en kunnen gewoon GRATIS naar de penguins kijken. Wow.

Tot de ranger komt, want die zegt dat we over tien minuten weg moeten. Oh. Hm. Nou ja, we hebben toch onze tien minuten van euforie gehad in ieder geval. Nu moeten we iets nieuws bedenken, want we betalen nergens meer voor, maar willen toch wel die penguins zien. Nou ik dan, want Nick wil alleen nog maar proberen gratis binnen te komen gewoon omdat het kan.

We rijden naar het parkeerterrein en lopen daar een beetje rondjes. Kunnen we over het hek klimmen? Nee, prikkeldraad. Is er een achteruitgang? Nee.. Hmm. Ondertussen moeten we toch behoorlijk wat achterdocht opwekken lijkt me zo.

Vlak voordat 'de show' begint, ziet Nick dan toch een gat in de beveiliging. Er is nl. een 'exit only', waar alle buschaffeurs die hun groepen (Chinezen!) hebben afgeleverd door naar buiten komen. Nick wacht tot er een Chinese man naar buiten komt lopen en schiet nog net door de deur naar binnen. Een paar seconden later opent hij hem voor mij en zijn we binnen.

'Zullen we maar weer gaan?', zegt Nick, 'het is nu toch al gelukt.' Jaa dag, we gaan penguins kijken. Dus nestelen we ons op de tribunes tussen de 500 andere mensen, om niet veel later de penguins aan land te zien komen in clubjes van ongeveer vijf. Af en toe schrikken ze (ik gok van al die mensen hier!) en rennen ze terug het water in, grappig gezicht.

Het feit dat we met zoveel andere mensen (en Chinezen), die 23.80 dollar hebben betaald!, hiernaar zitten te kijken vanaf een luidruchtige tribune, maakt de ervaring een stuk minder bijzonder dan hij zou kunnen zijn denk ik, maar het is wel een leuk gezicht.

Zodra we er een paar aan land hebben zien komen lopen we terug door de duinen, waar je ze nog een stuk kunt volgen terwijl ze hun nest opzoeken. Sommige zijn nu behoorlijk dik, want ze verzamelen gewicht voor ze gaan ververen/vervachten (?), want dan eten ze 17 dagen niet. We volgen een groepje van vijf penguins, met een dikke die steeds achterop raakt. Ondertussen mimen we hun gesprek: 'He, he, wacht op mij!' 'Doorlopen, dikke!' Wat zijn we toch grappig.

We kunnen natuurlijk niet weg voordat we afscheid hebben genomen van de pratende penguin. Inmiddels is een groot deel van het publiek ook in de winkel en penguin kopieeërt de enorme herrie die al die mensen maken, waardoor we weer stuk gaan van het lachen. De schoolklas met kinderen van rond de 12 kijken ons nieuwsgierig aan, maar de blikken van hun docenten vertellen ze al snel dat het niet de bedoeling is dat zij dit ook gaan doen.

Als we uitgelachen zijn gaan we naar de auto, op zoek naar een kampeerplek. We rijden langs een camping zonder slagbomen.. perfect. We vinden in het donker een plekje op het grasveld, gooien de tent omhoog en vallen in slaap.

Vroeg op weer, voor we gesnapt worden. Snel een warme douche (twee dagen op rij, luxe!) en wegwezen. We ontbijten weer vlakbij de jetty, waar we ook maar eens de afwas doen en de auto opnieuw inruimen (a.k.a. de huishoudelijke taken doen). Het levert behoorlijk wat gevonden voorwerpen op ('He, de spatel!' en 'He, de tandpasta!').
Terwijl wij bezig zijn, is er een oude man aan het 'sporten'. We maken een praatje en ook hij waarschuwt ons. Want: een paar jaar geleden was er een seriemoordenaar die backpackende stellen uitzocht. De man stak hij in de rug, met de vrouw 'deed hij verschrikkelijke dingen' voor hij ook haar vermoordde. Duurde een tijdje voor hij opgepakt werd. Bedankt oude meneer, we zullen goed oppassen.

We hebben verder niets meer te zoeken op het eiland, dus is het tijd voor een game plan om de volgende dagen door te komen, tot we de boot nemen naar Tazzie. Op de kaart zie ik 'Wilson Promontary National Park staan' (oftwel 'the Prom', want dat zijn natuurlijk veel te veel lettergrepen voor een Aussie), zo'n 200 km verderop. Als ik het op zoek in de LP, blijkt het het favoriete NP van veel mensen in Victoria te zijn. Moeten we gezien hebben!

Hop, weer in de auto om 'even' 200 km te rijden. We hebben bij het infocentrum een toeristische route aangeraden gekregen, maar die blijkt niet zo heel interessant. dus zodra we de kans hebben schieten we de hoofdweg weer op.

Als we aankomen in het park, slaan we eerst alle afslagen naar uitzichtpunten e.d. over, om de 40 km naar het infocentrum door te rijden. We hebben gehoord dat het kamperen hier goedkoop is, dus we willen ons plekje reserveren voor vanavond.

De camping blijkt ongelooflijk groot, en druk! In het infocentrum moeten we zelfs in de rij staan om een ranger te kunnen spreken. Als we uiteindelijk aan de beurt zijn, wordt ons verteld dat een kampeerplek voor vanavond 32.80 dollar kost. Wat?! Dat is veel te veel!

We kunnen ook vandaag gratis in het park verblijven en voor zonsondergang vertrekken.. hmm. We kunnen natuurlijk ook vanavond de camping op sneaken en morgen vroeg vertrekken, hoewel de ranger ons die optie niet vertelt. Maar, wij betalen nergens meer voor.

We vragen de ranger ook waar we het beste wombats kunnen zien, want die zouden hier veelvoorkomend moeten zijn. Nou, zegt ze, er is hier een strookje land langs de weg, waar ze vanochtend nog een groep kangaroos hebben gezien. Ja, zeg ik, maar hoe zit het dan met de wombats? Jaa, zegt ze, kangaroos zien ze hier veel. Ik word een beetje moe van dat mens en haar kangaroos, ik kan geen kangaroo meer zien! Gelukkig neemt Nick het over en krijgen we uiteindelijk toch het goede nieuws dat hier inderdaad ook wombats zijn, vooral tijdens zonsopgang en zonsondergang.

Nick is een beetje gaar van het rijden, dus zoeken we als eerste het strand op dat het meest dichtbij de camping ligt. Daar sluit hij even zijn oogjes, terwijl ik wat foto's schiet. Toevallig hoor ik een Nederlands gezinnetje met elkaar praten, dus ga ik even een praatje met ze maken (dat doe je als inmiddels halve Aussie ;)). Ze blijken hier voor zes weken op vakantie te zijn en natuurlijk vertel ik vol trots alles wat IK hier al meegemaakt heb.

Terwijl ik met hen sta te praten, word ik op mijn schouder getikt door een oudere man met een snor. 'I've met you somewhere..' Hmm, hard nadenken, ik ontmoet hier zoveel mensen! 'It was somewhere on a beach', zegt ie. Oh wacht, nu weet ik het, Johanna Beach, de kamelenschieter! 'You seem to find all the beautiful places!' 'Well, so do you apparently!'

Als Nick wakker is, is de volgende halte squeeky beach, waar het zand dus kraakt. Ook een geweldig mooi strand, ik snap wel waarom dit het favoriete NP van veel mensen is. Het zand is ontzettend wit, het water helder blauw, omringt door granieten stenen met op de achtergrond boven ons uittorende groene bergen.

Over het strand loopt een stroompje, waar we als echte Nederlanders een dam bouwen. Als die eenmaal klaar is, staan we te kijken hoe hij langzaam aan het doorbreken is. Andere mensen blijven staan kijken om te zien waar wij naar kijken: 'Is there fish coming out there or something?' 'Uh no, it's just a dam and now we're watching it breaking through... sounds pretty boring, but it's pretty fun actually.' Hmm, ze lijken niet echt overtuigd.

We bezoeken iets verderop nog Whiskey Bay (mooi, lijkt op de andere baaien) en gaan dan terug naar de camping, waar we ook nog een wombat zien. Check. We parkeren de auto ergens en zetten de tent omhoog. Volgens mij zijn we niet de enigen die illegaal hier kamperen, want er zijn nog veel meer mensen die na zonsondergang komen aanrijden.

Terwijl we aan het koken zijn, komt er een jonge gozer een praatje maken, helemaal onder de indruk van onze tent. We zijn het inmiddels wel gewend, we krijgen zoveel (positief) commentaar op de auto! Er staan zelfs mensen achter hem in de rij, om ook even een kijkje te nemen haha.

Na het eten ga ik in het toiletgebouw maar weer eens mijn laptop opladen en een back up maken van de foto's. Als ik terug kom, ligt Nick al te slapen. Door de jonge gozer die bij de auto kwam kijken zijn we uitgenodigd om met zijn familie een biertje te doen, dus ik besluit me nog even bij hen aan te sluiten. Niet voor lang, want het is een hele rare familie... Ze praten behoorlijk veel onzin, drinken ongelooflijk veel en zijn behoorlijk luidruchtig. Bovendien word ik meteen door een van de familieleden bevraagd over of hij wel of niet naast het gebruik van antidepressiva een psycholoog moet gaan zien. Ik drink mijn cidertje op en maak me dan met een excuus uit de voeten.

Ik slaap heerlijk, afgezien van het feit dat er 's nachts een wombat zich door de voorraad van onze buren werkt. Er wordt overal gewaarschuwd dat ze dat doen (er hangt zelfs een foto bij de toiletten van een wombat die de zijkant van een tent heeft open gekrabd met een enorm gat als gevolg!), maar dat heeft blijkbaar niet genoeg indruk gemaakt om hun chocolade ergens weg te stoppen.

Ons plan om heel vroeg te vertrekken, werkt niet echt, want we worden vrij laat wakker en doen dan nog rustig douchje en bakje. Als we om 08.30 onze spullen aan het opruimen zijn om te vertrekken, zie ik ineens een ranger de rij auto voor ons checken. 'Nick, ranger!' We hebben nog nooit zo snel de tent ingeklapt. Gas erop en wegwezen.

We parkeren de auto nog naast de camping, om terug te lopen en onze slaapplek te controleren om te zien of we niks hebben achtergelaten (heel onopvallend). Als we terugkomen bij de auto worden we weer aangesproken door iemand: 'Hey, I saw your little van 2 or 3 times already! Didn't I see you at wreck beach or something?' Nick herkent hem inderdaad: 'Yeah, moonlight head!' 'Awesome man, cool car!'
Voor we het park verlaten gaan we nog een wandeling doen, want dat moet je gewoon gedaan hebben blijkbaar. We zoeken een van van de niet zo lange uit, die eerst door een vallei met een rivier loopt en daarna richting de kustlijn. Klinkt goed.

Klinkt goed, maar is behoorlijk pittig!! Want we moeten ons op onze teenslippertjes door het zandpad werken, dat best steil omhoog loopt. Poeh... Wel héél mooi uitzicht! Eerst over de vallei en daarna over de granieten kustlijn. 'Perfecte plek voor slangen toch hier?' Vijf minuten later ligt er één nog geen tien centimeter naast het pad, te chillen in het zonnetje. Gelukkig loopt Nick voorop en spot ie hem voor me. We bekijken hem rustig, maar als ie dan ergens in de bosjes verdwijnt en we niet meer weten waar hij zit, maken we ons uit de voeten.

Als we bij de kust zijn aangekomen, blijkt het nog een behoorlijk stuk richting de landtong waar we naar toe aan het lopen zijn. Rechts van ons staat een bordje naar 'Fairy Cove', wat veel dichterbij is. Doen we dat wel. We lopen naar beneden, naar een klein verlaten strandje wat vol ligt met granieten rotsen. Best spannend om daar overheen te klimmen, want het water komt vrij hoog. Ze waarschuwen hier voor 'freak waves', grote golven die je ineens van de rotsen kunnen slaan, dus ik houd mijn ogen stijf op het water.

Gebeurt gelukkig niks, dus we genieten even van het uitzicht en het zonnetje en maken dan onze weg over hetzelfde pad terug naar de auto. Daar zijn we precies om 12.00, lunchtijd, terug, dus wordt de koude rijst van de avond daarvoor naar binnen gewerkt.

Daarna gaan we terug rijden richting Melbourne, want morgen nemen we de ferry richting Tazzie. Dit is dus misschien wel mijn laatste dag op 'mainland' Australië! Het gaat allemaal veel te snel. De dag wordt niet echt spannend doorgebracht verder, want ik moet nog mijn vlucht naar Sydney regelen, omdat ik niet met de boot terug kan naar Melbourne (omdat we dan op korte termijn moeten boeken en dat is heel duur).

Uiteindelijk belanden dus bij een McDonalds (gratis wifi) waar ik lang bezig ben een vlucht uit te zoeken (welke dag, welke maatschappij, welke tijd, waar vandaan?). Nick kijkt over mijn schouder mee: 'Waarom neem je die niet? Die komt om 11.00 's ochtends in Sydney aan, dan haal je prima je vlucht van 12.40'. Ik twijfel een beetje of dat niet te kort is, maar vind het wel een chill idee dat ik dan langer op Tazzie heb en niet lang op het vliegveld hoef te zitten. Dus vul ik mijn gegevens in, druk op next en controleer nog één keer alles.. 'Wacht, deze vlucht gaat 's avonds!!' Vergeten dat ze hier met am en pm werken. Pfieuw, net op tijd.

Uiteindelijk boek ik een vlucht van Launceston naar Sydney op 16 maart. 15 Maart is goedkoper, maar ik zou niet weten wat ik twee dagen in Sydney moet gaan doen en ik vind het ook fijner om langer op Tazzie te hebben. De dag tussen mijn aankomst in Sydney en mijn vertrek naar Auckland kan ik misschien wel gewoon, lekker goedkoop, op het vliegveld doorbrengen.

Als dat dan geregeld is, rijden we door richting Melbourne. Ineens zien we langs de weg een bordje met 'museum' en 'free entry'. Wow, gratis museum! Doen! 'Heb jij eigenlijk gezien waar het over gaat?' 'Nee, maar het is toch gratis!'

Het blijkt een 'coal creek museum' te zijn, waar oude pandjes vanuit de hele regio zijn neergezet en zo een 'oud' dorpje is gebouwd, waar een stoomtrein doorheen rijdt. Best leuk. Er zitten een aantal vrijwilligers die ontzettend oud en gerimpeld zijn, maar wel heel vriendelijk en héél blij om ons iets te kunnen uitleggen.

Als we daar uitgekeken zijn (best snel), rijden we Melbourne in. Onderweg lees ik de top 25 van de Lonely Planet en kom erachter dat we ongeveer alles gedaan hebben! Behalve de dingen die in W.A. zijn natuurlijk. The Prom staat erin en zelfs Delgrave St in Melbourne, waar we per ongeluk doorheen gelopen zijn. Nu alleen de dingen in Tazzie nog.

In Melbourne leggen we een voorraadje boodschappen aan voor Tazzie, we hebben nl. het vermoeden dat het daar behoorlijk duur gaat zijn. Daarna rijden we richting de haven, om te kijken welke wegen open zijn morgen, omdat er een triatlon in de stad is. We hebben wel gebeld naar the Spirit of Tasmania (de ferry) of zij weten hoe we moeten rijden, maar van hen krijgen we alleen maar aangeraden om the City Council te bellen.

Als we bij de haven aankomen blijkt er een trouwerij op de pier te zijn, altijd leuk om van een afstandje naar te kijken. Daarna zien we de Spirit of Tasmania voor zijn nachttocht uit de haven vertrekken en kunnen we dus zien wat ons morgenochtend te wachten staat.

Dan is het tijd om een kampeerplek te vinden, altijd een gedoe in de stad. We rijden een klein stukje bij de pier vandaan, als we op een parkeerplaats een aantal busjes en grote auto's zien staan. Hier zijn sowieso mensen aan het kamperen! We vragen het en het blijkt hier inderdaad 'gedoogd' te worden. Mooi plekje met uitzicht op de haven, aan een strandje en ook nog zo dicht bij de ferry! Handig voor morgen.
Het is mijn laatste avond in mainland Australia en dat moet natuurlijk gememoreerd worden, dus worden er een paar biertjes open getrokken. Inmiddels weten we wel van elkaar dat we niet perse de kroeg in hoeven, maar liever op zo'n mooi plekje met een drankje in ons hand genieten.

Er staat een ijzige wind en ik heb het brrrrr koud, dus we gaan in de auto zitten. Ik pak de laptop erbij en begin oude blogs aan Nick voor te lezen. Ongelooflijk hoeveel we mee gemaakt hebben en leuk om terug te lezen, want veel dingen zijn we zelf alweer vergeten.

Rond 22.30 is de batterij van mijn laptop leeg en zijn de biertjes ook op, tijd om te gaan slapen. Bovendien heeft de radio de hele tijd aangestaan en die moet ook uit van Nick: 'anders is morgen de accu straks leeg.' Morgen vroeg op, zodat we ruim op tijd zijn voor the Spirit of Tasmania, en het laatste deel van onze reis. Tazzie here we come!





  • 16 Maart 2014 - 18:26

    Rene De Jager:

    Halllo Sanne en Nick, dat was weer een prachtig verhaal om op deze zondagmiddag lekker rustig te kunnen doorlezen. Ik kan me voorstellen dat je met pijn in je hart afscheid gaat nemen van de Aussies! Jullie hebben daar zo veel meegemaakt. Hoe zal het gaan als je weer in de "beschaafde" wereld bent en je gewoon voor alles je credit card moet trekken en nergens meer "in kunt sneaken"? tenminste ik hoop dat jullie die gewoonten niet mee je meeneemt! En Sanne je hebt een heel mooi vooruitzicht ; straks ontmoet je je moeder weer! Ik wens jullie een heel mooie tijd! Groet Rene

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Sanne

Op avontuur!

Actief sinds 19 Sept. 2013
Verslag gelezen: 219
Totaal aantal bezoekers 22471

Voorgaande reizen:

20 September 2013 - 20 Maart 2013

Bangkok, Taipei, Sydney and beyond

Landen bezocht: