Back to basics on Fraser Island - Reisverslag uit Noosa Heads, Australië van Sanne Rijn - WaarBenJij.nu Back to basics on Fraser Island - Reisverslag uit Noosa Heads, Australië van Sanne Rijn - WaarBenJij.nu

Back to basics on Fraser Island

Door: Sanne

Blijf op de hoogte en volg Sanne

25 November 2013 | Australië, Noosa Heads

Als we aankomen in het hostel in Hervey Bay, blijkt er een foutje te zijn gemaakt. Ik heb te horen gekregen dat we er op 10 nov voor 15.00 moesten zijn, maar blijkbaar was de bedoeling dat we er 9 nov zouden zijn, zodat we 10 nov mee hadden kunnen gaan naar Fraser Island. De trip is nu volgeboekt tot de 13e en dus moeten we twee nachten extra blijven, die we gratis krijgen. Nick is meteen helemaal blij (wow, twee nachten gratis slapen in een hostel), ik niet zo, want volgens mij is hier he-le-maal niks te beleven. Terwijl Nick zich in de kamer installeert ga ik een rondje lopen door het dorpje, waar idd weinig te beleven valt. Ondertussen komen we bij het hostel de halve groep van de Noosa groep tegen, blijkbaar had iedereen ongeveer hetzelfde schema.. Wel gezellig :). We zijn allebei nogal moe, dus we koken en Nick ligt om 20.00 op bed, terwijl ik m'n blog afschrijf en om 21.30 ook het bed in plof. We slapen in een slaapzaal met twee andere dames en dat is weer even wennen, want die komen natuurlijk pas na ons de kamer in en dan gaan alle lichten weer aan. Ik mis ons tentje nu al... ;)

Gisteren is ons een gratis kamer beloofd en wifi, maar meer konden ze op dat moment voor ons niet doen, omdat de manager er niet was. Vanochtend willen we een betere deal regelen, aangezien we nu twee dagen hier extra moeten blijven en daarvoor ook kosten moeten maken. Als we echter binnen stappen met ons gameplan klaar (Nick & Sanne stijl dan, dus meer van dat we ongeveer wel een beetje weten wat we willen doen, om vervolgens iets heel anders te doen..), regelt de manager voor ons dat we morgen al mee kunnen naar Fraser. Super! Voor vannacht krijgen we ook nog een tweepersoonskamer, dus dat is top geregeld. 's Middags om 16.00 is er een korte briefing en wordt het een en ander uitgelegd over de trip. Daar ontmoeten we weer wat mensen van de Noosa trip die dus met ons mee gaan weer, gezellig! De hele groep wordt meegenomen om te gaan shoppen voor de drie dagen op het eiland, maar Nick en ik hebben al boodschappen gedaan, dus wij settelen ons in een van de hangmatten in de tuin van het hostel, met een boekje en een kruiswoordpuzzel. Zo sluimert de dag een beetje voorbij en gaan we vroeg naar bed, want morgen moet we tussen 06.00 en 06.30 uitchecken, om om 06.30 bij de volgende briefing te zijn.

Uiteraard checken we om 06.29 uit, maar dat lijkt me geen verrassing. De briefing is een dvd die gaat over het rijden op strand. Fraser Island is het grootste zandeiland ter wereld (120 km lan gen 15 km breed) en er zijn geen verharde wegen, dus je kunt er alleen maar met 4x4's rijden. We gaan met vier auto's en iedereen mag om en om rijden. Nick is inmiddels natuurlijk al expert in het door zand rijden en ik mag toch niet rijden, dus het grootste deel gaat aan ons voorbij. Na de dvd worden de auto's ingeladen en de verdeling gemaakt. Nick heeft niet zo'n behoefte om te rijden en wil graag voorin zitten bij onze tourguide, Demo (Demian, maar hier korten ze echt ALLES af.. bbq = barbie, Rockhampton = Rocky, breakfast = brekkie, and so on..), zodat we alles goed kunnen zien. Als we met de ferry aankomen op het eiland blijkt het een goed idee te zijn geweest om niet met onze eigen auto te gaan, want het zand is echt enorm zacht, doordat het al tijden niet heeft geregend. We zijn met de tag leader auto en daarachter drie volgauto's, waarvan de eerste al in de eerste 20 minuten drie keer vast komt te zitten, wat niet heel goed is voor Demo's humeur. Uiteindelijk komen we aan bij een stukje regenwoud, waar Demo ons aanmoedigd om een 'bushwalk' te doen. Niet echt een wandeling, maar een backpackerwandeling, want na tien minuten staan we tot mijn verbazing alweer bij de auto. Aangezien de wegen (lees zandpaden) zo slecht zijn, kost het ons veel tijd om over het eiland te bewegen, waardoor we minder kunnen zien op een dag. Demo twijfelt om ons mee te nemen naar Lake McKenzie, maar omdat het niet zo heel goed weer is (het is een klein beetje bewolkt), besluit hij dat te bewaren voor dag drie. In plaats daarvan rijden we door naar een resort hier op het eiland, om te gaan lunchen. Het is grappig om te zien, want er is hier helemaal niks, behalve twee dorpjes die eigenlijk bestaan uit resorts en een winkeltje, waar alles echt KNEITER duur is. Tijdens de lunch is opvallend duidelijk dat iedereen bij zijn eigen moedertaal blijft, want er is een Engelse groep samen aan het lunchen (UK, Iers en Canadees), een Duitse groep (Duits en Zwitsers), een Zweedse groep en tsja... dan heb je nog Nick en ik en een ander Nederlands stel, maar we hebben nou niet zo'n zin om perse met hun op te trekken, alleen omdat ze toevallig ook Nederlands zijn en toevallig ook nog een stel.

Na de lunch (iedereen heeft de meest luxueuze broodjes met ham, kaas, tomaat, sla, dressing... wij hebben gewoon een broodje chocopasta, met onze vingers gesmeerd, want we zijn een mes vergeten) gaan we richting Lake Wabby. Op het eiland zijn veel lakes en creeks te vinden, omdat het zand zoveel regenwater vasthoudt. Om bij Lake Wabby te komen moeten we eerst ongeveer een half uur lopen, waarna we op een prachtige zandvlakte komen die ons naar het meer leidt. Daar krijgen we van Demo tot 16.30, waarna we terug moeten zijn bij de auto's. Het is toch wel weer ff wennen om met zo'n tour mee te zijn, want doordat we nu ineens op bepaalde tijden ergens moeten zijn, missen we onze vrijheid wel een beetje. We zwemmen wat in het meer en de andere mensen uit de groepen maken gekke foto's op de zandvlakte. Nick en ik doen allebei een dutje, ouwe lullen die we zijn.. ;)

Daarna rijden we over het strand richting het kamp waar we gaan slapen vannacht. In principe moeten in iedere tent 3 of 4 personen slapen, dus Nick en ik claimen een tent en zien wel wie erbij komt. Maar blijkbaar wil iedereen toch bij zijn eigen Nationaliteit slapen, dus hebben we een tent voor onszelf, net als het Nederlandse stel naast ons. Prima! :) Het kamp is heel basic, net achter het strand. Demo legt ons eerst uit hoe de barbeques en het fornuis werken, waar we bestek, borden en bekers kunnen vinden... En dan komt het belangrijkste deel: het toilet. Dat is er namelijk niet. Dus, heren plassen in de zee, dames mogen overal op het strand plassen, mits ze hun toiletpapier mee terug nemen en in de vuilniszak gooien. 'A number two' ('Does everyone know what a number two is...? Ok, good') wordt ook op het strand gedaan, daarvoor dient men een schepje mee te nemen, een gat van ongeveer 30 cm te graven, de drol daarin te legggen inclusief wc papier, om het gat vervolgens weer te dichten. Nick en ik spreken meteen af om gewoon drie dagen niet te poepen haha. Ook niet geheel onbelangrijk bij het toiletteren op het strand, is de dingo stick. Er zijn hier nl. nog veel wilde dingo's, die best nieuwsgierig zijn. Mocht je dus tijdens het doen van je number one (of zoals ze hier ook zo charmant zeggen, going for a wee) of number two een dingo op je pad vinden (of eigenlijk, in je gat, dus) dan moet je jezelf een beetje groot maken en hem met de stok proberen weg te jagen. Moet de dingo niet onder de indruk zijn, dan kun je hem natuurlijk altijd nog zand in de ogen schoppen. Ok, got it. Verder moet al het eten e.d. weggestopt worden, want daar komen ze op af.

Het is pas 17.30, maar iedereen stikt van de honger en gaat dus koken. Het advies voor het boodschappen doen was om makkelijke dingen mee te nemen, zoals hamburgers, en dat is duidelijk, want echt de hele groep (29 man) eet vanavond hamburgers. Na het eten vermaken we ons vooral met Patrick, een Ierse jongen, en het Nederlandse stel. Het blijkt moeilijk onze ogen open te houden en volgens mij liggen we om 20.30 alweer in bed. De Engelse dames vermaken zich ondertussen met een drankspel samen met de Zweedse dames, goon (die goedkope wijn uit een pak) brengt toch alle volkeren samen, dat blijkt maar weer.

De tent blijkt echt aarde, aarde, aarde donker. Voor diegenen die mij kennen: paniek in de tent (letterijk), want dat is voor mij de perfecte omstandigheid om in te gaan slaapwandelen. Ik droom nl. meestal dat ik ergens opgesloten zit, en dan moet ik natuurlijk op zoek naar de uitgang. Ook nu word ik midden in de nacht (of misschien om 21.30, who knows) in paniek wakker. Ik weet mezelf wakker te schudden voor ik aan mijn wandeling begin (die dingo verhalen hebben me blijkbaar genoeg afgeschrokken om de tent niet te willen verlaten) en maak Nick wakker. 'Nick, ik heb de zaklamp nodig!' Nick, nog halfslapend, 'Huh... Maar uh... Nee joh'. 'Wel! Het is te donker en dan ga ik slaapwandelen en dan wandel ik over je heen!' '..Huh? Ah joh.. dat maakt toch niet.. uit?' 'Wel!' Dus, Nick nog halfslapend en ik op onze knietjes door de pikdonkere tent op zoek naar zaklamp haha. We vinden hem gelukkig en die nacht word ik nog een paar keer in paniek wakker, maar gelukkig hoef ik maar even met de zaklamp te schijnen om me te orienteren.

De volgende ochtend ga ik om 07.00 tegen alle adviezen in in m'n eentje het strand op om een plasje te doen, terwijl ik ook nog mijn dingo stick ben vergeten. Dat bedenk ik me pas als ik al in gehurkte positie zit en 'abort mission' is niet meer mogelijk, dus hoop ik maar dat er geen dingo komt. Als die wel komt, hoop ik maar dat hij een van de andere drie meisjes pakt, die ik nu een dag ken en die nu binnen een straal van 100m om mij heen ook aan het plassen zijn. Tsja.. ineens lijkt dat allemaal niet meer zo uit te maken ;).

Het weer is stralend en Demo brengt ons via het strand, naar het meest noorderlijke punt van het eiland waar wij naartoe gaan, om daarna weer langzaam naar beneden te rijden. We beginnen bij de champagne pools, rockpools waar de golven overheen slaan en dat deed iemand blijkbaar denken aan champagne (uh, ik zie het niet). Het is een mooi plekje hoor, maar zoooo druk. Het is hier een grote toeristische attractie een dat blijkt, want de pools zitten vol met mensen. Ze zijn wel gaaf trouwens, want er zwemmen visjes in en aan de rotsen zitten wat denk ik anemonen zijn, die af en toe een straaltje water uitspugen. Er zijn ook twee krabben aan het vechten, die Nick de gehele tijd die we van Demo gekregen hebben, vermaken. Na de champagne pools rijden we door naar Indian Head, het mooiste uitzichtpunt van het eiland. Demo legt ons uit dat we niet overal op de rost mogen komen, omdat deze grond belangrijk is voor de Aboriginals. Toen de Europeanen hier kwamen namelijk, zijn duizenden Aboriganals, mannen, vrouwen en kinderen, hier gedwongen om zichzelf van de klif te storten. Een indrukwekkend verhaal, en terwijl we de rots op lopen probeer ik me voor te stellen hoe het moet zijn om hier te lopen naar de rand van de klif, wetende dat je je dood tegemoet loopt. Andere mensen schijnen er echter minder respect voor te hebben, want de hele rots staat stampvol mensen (nogmaals, zooooveeeeeel toeristen hier), die alle mogelijke bordjes met aanwijzingen negeren.

Het uitzicht vanaf de klif is overigens geweldig mooi, want je kijkt het strand helemaal af en kunt ook een deel van het binnenland van het eiland zien. We moeten echter weer hop hop terug in de auto voor de volgende locatie, de lunchplek. Nick heeft een offday, is de hele dag al chago en praat geen woord tegen me, dus echt heel gezellig is de lunch niet. Na de lunch gaan we door naar het bekendst shipwreck op het eiland, dat voor een groot deel op strand ligt. Inmiddels is het een beetje bewolkt geworden en wat mistig, waardoor het schip wel een spookschip lijkt, het ziet er heel vet uit. Doordat we in de voorste auto zitten kan ik ook mooi wat foto's van een afstand schieten. Ineens krijgen we van Demo zoveel tijd als we willen, want hij wil graag dat het weer wat opklaart voordat we verder gaan naar Eli Creek. Dat gebeurt echter niet echt, dus gaan we sowieso maar die kant op. Eli Creek is een prachtige zoetwater creek, waarlangs je naar boven kunt lopen om je vervolgens met het stroompje mee terug naar beneden te laten drijven. Terwijl we naar boven aan het lopen zijn bedenk ik me echter dat ik m'n camera nog in m'n hand heb... Shit. Ik heb geen zin om terug te lopen, dus besluit eerst naar de creek door beneden te waden, om daarna nog een keer zwemmend te gaan. Nick is echter meteen zodra zijn voeten de bodem raken verdwenen, waarna ik maar alleen de creek af ga. Als ik beneden aan kom op het strand zie ik hem ook nog eens gezellig met de groep ouwehoeren, dus blijkbaar is z'n chagrijn met de creek verdwenen. Hij heeft echter geen oog meer voor waar ik ben en met wie ik ben, dus loop ik maar weer alleen naar boven om de creek nog eens te doen. Gelukkig kom ik na de eerste keer beneden de Engelse meisjes tegen en doen we de creek nog een paar keer samen. Het is heerlijk koel water en de creek is prachtig, we voelen ons wel een beetje hagedissen, want af en toe is het water zo ondiep dat je alleen door met je handen over de bodem te lopen verder kunt drijven. De creek heet officieel Eli Creek, maar wordt ook Hungover Creek genoemd, omdat ie blijkbaar je kater geneest... ;) We zien een meisje met een opgeblazen lege zak goon naar beneden drijven en krijgen het geniale idee vanavond AL onze goon op te drinken, morgen een kater te hebben en dan de creek nog eens te doen, drijvend op onze lege zak, haha. Ik denk niet dat Demo daar heel blij van had geworden.

Dan is het alweer het einde van de middag en tijd om terug te gaan naar het kamp, waar Nick en ik als eerste koken. Voor vanavond hebben we steak met champignons en nog wat groenten, en als we aan de tafel gaan zitten kijken er 27 smachtende ogen naar onze voortreffelijke maaltijd :D. Na het eten ga ik met de Engelse meiden op dingojacht op het strand, want ondertussen hebben we er nog steeds geen gezien en dat kan natuurlijk niet als je op Fraser Island bent. De dames blijken echter niet heel veel plezier te beleven aan de zoektocht, want na ongeveer 100 m wordt ie alweer gestaakt.

Inmiddels is de avond gevallen en settelen we ons bij Demo, die misschien in mijn verhaal tot nu toe niet heel leuk overkwam, maar eigenlijk gewoon een leuke kerel is. Hij heeft heel veel te vertellen, want hij is hier al 7 jaar gids. De meeste verhalen gaan echter over dronken backpackers die hier of de dood hebben gevonden of minstens een beetje aangevreten zijn door dingo's, wat niet heel bemoedigend is ;). Hij vertelt ons ook een leuk verhaal, nl. het Aboriganal verhaal over het onstaan van het eilandd. Een van de godinnen was nl. zo onder de indruk van Hervey Bay, dat ze er voor altijd wilde blijven. De oppergod sputterde echter tegen, want goden horen immers niet op de aarde, maar de godin hield vol en de oppergod gaf uiteindelijk toe. De godin legde zichzelf neer en werd het eiland, waarna de oppergod bomen creeerde als deken, meren als ogen zodat ze de sterrenhemel en haar eigenlijke thuis kon zien, en dieren om haar gezelschap te houden. Er was ook iets met mensen maar dat ben ik vergeten haha (mijn zak goon begon iets leger te raken zeg maar). Midden op de avond komen Heather en Sarah rennend terug van hun 'wee' op het strand. Ook onder invloed van goon hadden zij nl. een reep chocola meegenomen op strand en daar smullen de dingo's natuurlijk van! Terwijl Sarah nog midden in haar plasje zat, maakte Heather zich als een echte heldin zo groot mogelijk en zwaaide met haar stok. Heather is echter 1.62 gok ik en maakte waarschijnlijk niet heel veel indruk, dus de dingo bleef rustig staan, waarna Heather hem zand in de ogen schopte en de dingo het op een rennen zette. Ik weet niet tot in hoeverre hun verhaal echt was en hoeveel uit goon bestaat, maar het is wel indrukwekkend ;). Uiteindelijk wordt het nog een soort van late avond, want we gaan pas om 22.30 naar bed.

Ik heb met de Engelse dames en Patrick afgesproken om op te staan voor de zonsopgang, want Demo heeft ons een prachtige foto laten zien die hij een aantal maanden geleden heeft gemaakt. Het lukt me om me om 04.30 uit de slaapzak te hijsen, maar als ik op de tent van de Engelse dames klop, blijkt alleen Heather 'up to the task'. Als we al halverwege de strandopgang zijn bedenk ik me dat we weer de dingostick zijn vergeten.. Hmm... hebben we die nodig? Uh ja, laten we die maar meenemen :). Natuurlijk ben ik nu zeker helemaal niet bang, want Heather heeft gisteren heroisch een dingo verjaagd, dus die weet nu precies hoe het moet!

Het is compleet bewolkt en we zien echt.... niks. Wel wat teleurstellend natuurlijk, aangezien we hier zo vroeg voor de tent zijn uitgekropen. We moeten allebei echter toch plassen, dus doen om de beurt onze wee terwijl we elkaar met de dingo stick beschermen. Jaja, ik zit naast Heather te plassen, die ik nu welgeteld twee dagen ken.

We zien aan de waterlijn een aangespoelde vis liggen en besluiten dat onze nieuwe missie is om de vis te redden. Heather vindt een stok en probeert hem het water in te hockeyen, maar dat lukt niet echt. Ik heb een zakje om mijn camera zitten en pak hem daarmee op, in de hoop dat het geen blowfish is die zichzelf in mijn handen opblaast, want dan ga ik echt heel hard gillen. Dat doet ie gelukkig niet (hoewel ik later van Demo begrijp dat het wel degelijk een blowfish was) en ik smijt de vis drie meter het water in. Hij begint vol gas tegen de golven in te zwemmen, maar terwijl Heather en ik hem van de kant toejuichen, maakt ie langzaamaan zijn weg weer terug naar het strand. We besluiten dat ie waarschijnlijk suicidaal is en niet gered WIL worden, dus dat we prima terug kunnen naar onze tent om nog een paar uurtjes slaap te pakken. Als we opstaan moet het kamp opgeruimd worden, aangezien we vandaag weer vertrekken. Demo deelt mee dat er nog wat tissues in het kamp en op de opgang naar strand liggen en dat we niet weggaan voordat die opgeruimd zijn. Alle meiden kijken elkaar aan... Ik weet HEEL zeker dat ik al mijn wc papier heb opgeruimd en ik ga ECHT NIET het wc papier van een ander van het strand pakken. Bovendien weet ik zeker dat diegenen van wie dat toiletpapier is dat ook dondersgoed weten. Na een minuut of tien staan er inderdaad een paar meiden van de Duitse groep op om de tissues op te ruimen... Ha, zie je wel. Verder verloopt het ontbijt wat stilletjes, ik geloof dat iedereen de goon van gisterenavond wel een beetje voelt.

Nick heeft nog niet gereden en spreekt met de Engelse meiden af om in hun auto te rijden, dus we wisselen met twee van hen. Als hij de campground af wil rijden, blijft ie echter een beetje hangen in het zand. Dan wil de auto niet meer vooruit... en niet meer achteruit.. en uiteindelijk begint er een beetje rook uit de voorkap te komen. Dat is het moment dat Demo uit zijn auto springt, want rokende auto's ziet hij niet graag. Hij rijdt de auto los, maar Nick heeft het wel weer gezien en wil niet meer verder rijden, dus kruipt een van de Engelse meiden weer achter het stuur. Hij hoeft zich echter geen zorgen te maken, want de auto zit vol met lieftallige Engelse meiden die hem niets anders dan bemoedigende woorden toespreken ;). Het is trouwens fijn om even in deze auto te zitten, want de auto van Demo zit vol Duitse meisjes die, verbazingwekkend genoeg, alleen Duits met elkaar spreken. We hebben het een beetje over de trips enzo die we gaan doen en Nick vertelt dat we binnenkort ook de Whitsundays zeiltocht gaan doen, op een boot die 'Spank me' heet. Hij vertelt ook dat we op die boot zelf mogen zeilen, maar in plaats van 'sail yourself' zegt hij 'sell yourself', waarna ons ineens duidelijk is waar de naam van de boot vandaan komt ;).

Onze bestemming vandaag is Lake McKenzie. Op de foto's hebben we gezien dat dit een prachtig blauw meer moet zijn, met een wit strand. Demo waarschuwt ons echter, want het water staat door de grote hoeveelheid regen de afgelopen jaren (we snappen er niks meer van, het ene moment moet het gaan regenen, want het is zoooo droog geweest en dat is slecht voor de wegen, het andere moment staat het water zoo hoog vanwege de regen.. hmm) staat het water hoog, waardoor de bomen onder water staan. Die scheiden een olie af die het water groenig maakt en bovendien is er door de hoge waterstand weinig strand. Het goede nieuws is echter dat er nog genoeg zand is om onszelf mee te scrubben en de olie in het water is goed voor je huid, dus na een bezoekje kun je zo tien jaar jonger lijken. Ik vraag me hardop af of ik wel weer 15 wil lijken, maar na een paar dagen zonder douche (we hebben natuurlijk wel elke dag gezwommen, dus heel erg stinken we ook weer niet) is het heerlijk om ff te scrubben. Tien jaar is overdreven, maar ik voel me toch minstens weer 24 en een half.

Net als iedereen zich gezandwaxt heeft en weer afgespoeld, begint het een beetje te druppelen... en iets meer te druppelen.. en nog een beetje meer... en dan komt het water echt met bakken naar beneden. We hebben van Demo 2 uur gekregen bij het meer, maar na een klein half uurtje staat iedereen alweer bibberend bij de auto's, dus gaan we maar eerder richting de ferry. Het regent echt zooo hard, alle ramen beslaan in de auto en we zien echt helemaal niks, maar ik vertrouw er maar op dat Demo weet wat ie doet. Hij vindt het niet leuk voor ons dat het regent, maar is er wel blij mee, want dat maakt het zand weer een stuk harder en dus veel beter begaanbaar. Als we bij de ferry aankomen hebben we natuurlijk nog zeeen van tijd, dus begeven we ons richting de Sand Bar, waar we een patatje bestellen voor 7 AUD. We krijgen naar onze mening veel te weinig patat voor dat geld, maar gelukkig is er gratis saus, dus we leggen een voorraadje aan.. ;)

In het pakket dat we geboekt hebben zitten twee hostelovernachtigen, maar als we aankomen in het hostel vertelt de receptioniste ons dat we die al opgebruikt hebben en dus moeten betalen. We beginnen uiteraard op hoge poten te protesteren, want die extra nacht zouden we gratis krijgen, aangezien ZIJ een fout hadden gemaakt. Na enige discussie ziet ze toch ineens in dat ze ongelijk heeft en mogen we nog een nacht blijven, waarop Nick er maar even in gooit dat ons 'oh ja, de tweepersoonskamer belooft was'. Inmiddels is de dame zo van slag dat ze dat niet eens meer betwijfelt en zo slapen we heerlijk nog een nachtje in een prive kamer :D. We hebben met de Engelse dames afgesproken om vanaf met hen Chilli con Carne te eten en die smaakt heeeeeeerrrrlliiijkkk. Ze willen allemaal even zien hoe de tweepersoonskamer eruit ziet en zijn allemaal jaloers ;). Na het eten is het tijd voor een soort hints en hoe later het wordt, hoe meer goon er gedronken is en hoe luidruchtiger iedereen wordt, vooral Heather. Helaas zitten er nogal wat briefjes in die over 'de Duitsers' gaan, die mee waren naar Fraser Island, maar zich eigenlijk voor een groot deel samen op het strand begaven zonder echt met de anderen te praten. Bovendien sprak een aantal van hen geen woord Engels (ik verbaas me daar altijd over, hoe red je je hier dan?!). Anyway, dat waren dus niet de populairste mensen zeg maar en Heather schreeuwt hardop door het pand dat 'there are wayyy too many Germans', maar de Duitsers slapen in hetzelfde appartement... oeps. Hoewel iedereen eigenlijk uitgeteld is van de dagen op Fraser, blijft het toch nog lang gezellig. Ik vind het heerlijk om weer eens een meidenavond te hebben, maar ik weet niet hoe het Nick bevalt, want de gesprekken gaan o.a. over abortus en de pil en er worden ook nog wat prankcalls gemaakt haha.

De volgende ochtend is de uitcheck om 09.30 en dus zijn we om 09.29 nog aan het rennen om de auto in te ruimen. Ik zet alle deuren vast, zodat Nick de sleutel kan terugbrengen en we tegelijkertijd nog kunnen ontbijten en opruimen.. teamwork ;). De Engelsen komen langs om te vragen wat we vandaag van plan zijn.. Uhm, tsja... In de auto stappen en.. naar het noorden rijden? Geen idee dus haha. Zij moeten zich hier vandaag nog vermaken tot ze vanmiddag op de Greyhound kunnen stappen en opnieuw ben ik toch wel erg blij dat we de vrijheid van een auto hebben! We wisselen nummers uit en dan beginnen we te rijden, maar geen idee waarheen. Ondertussen is Nick ook een beetje zenuwachtig geworden, want van de Engelse dames hebben we begrepen dat we ECHT nu moeten bellen voor de whitsundays trip die we gaan maken, omdat we anders pas over een paar weken terecht kunnen misschien. Dus zodra we de auto instappen is het ´We moeten de Whitsundays NU boeken´, voor en na. ´Ok Nick, dan moeten we misschien even de auto aan de kant zetten en een plan uitdenken, zodat we ongeveer weten wanneer we daar kunnen zijn´. We rekenen uit dat we ongeveer in drie dagen in Yeppoon kunnen zijn, waar we een paar dagen bij Nick´s nicht Sabrina zullen logeren. Daarna hebben we nog het een en ander te zien tussen Yeppoon en Airlie Beach, wat nog wel een rit van een uur of 5 is. We nemen het lekker ruim en boeken de trip voor 1 dec, zodat we twee weken hebben, moet genoeg zijn. Ik zoek meteeen onze eerste bestemming uit, want anderhalf uur noordelijk kun je volgens de Lonely Planet zeeschildpadden hun eieren zien leggen tussen nov en mrt. Hebben wij even geluk! We rijden naar Mon Repos, maar daar aangekomen blijkt dat je de tour niet op de plek zelf kunt boeken, maar dat je dan naar Bundaberg moet.. Zeg maar 15 km terug, waar we net doorheen zijn gereden. Op dat moment bedenk ik me dat dat volgens mij ook wel een beetje in de Lonely Planet stond... oeps. Dus weer terug naar Bundaberg waar we alsnog een tour boeken voor vanavond, mét studentenkorting haha, die pas komt nog zooo goed van pas hier. We vragen aan het pinnige vrouwtje achter de balie hoe groot de kans is dat we ze gaan zien, aangezien het seizoen net begonnen is. Medium zegt ze. Nou ja, voor die 7 AUD wagen we het er wel op en bovendien, zeg ik tegen Nick, is het vast ook gewoon een leuke ervaring om een beetje over het strand te banjeren op zoek naar zeeschildpadden.

Als we ´s avonds aankomen op de verzamelplek komen we het Nederlandse stel weer tegen, die blijkbaar precies hetzelfde dachten als wij. Er blijken echt enorm veel mensen te zijn en op dat moment bedenk ik me dat ik het me waarschijnlijk allemaal iets te romantisch had voorgesteld. Dat blijkt, want we worden in twee groepen ingedeeld en daarna een ruimte in gebonjourd met allerlei informatie over de zeeschildpadden, een soort klein museumpje. Daarna worden we in het amfitheater verwacht, waar ons wordt uitgelegd dat er op dat moment mensen aan het patrouilleren zijn op strand. Zodra er een schildpad wordt gesignaleerd mag groep 1 het strand op en met een beetje geluk wordt er nog een schildpad gezien, waar groep 2 dan naar toe mag. Hmm... wij zitten in groep 2, dus we gaan er maar vanuit vandaag geen schildpad te zien. Dan begint het wachten... Er worden wat films vertoond over de schildpad en er komt iemand een praatje houden en Nick en ik besluiten in het afwachten of wij nog een schildpad mogen zien dan maar het avontuur te zien. Hoe vaak lig je nou in een amfitheater met je blik op de sterren (maar iets vaker met je ogen dicht, vanwege de vele dutjes) te wachten op een zeeschildpad? De eerste groep heeft geluk, want na een uurtje wachten mogen zij al het strand op. Nick is zich ondertussen aan het opvreten: 'Dit is toch niet eerlijk?!' We wachten.. en wachten .. en wachten.. En om 23.00 worden we gevraagd om mee te gaan patrouilleren op het strand. Nick en ik weten dat dit als zoethoudertje wordt gebruikt, om de avond nog een soort van je geld waard te maken, dus we mopperen een beetje tegen elkaar dat onze kans nu zeker verkeken is. Het strand ligt er overigens prachtig bij, want de maan is ontzettend helder, maar dat helpt al helemaal niet mee, want zeeschildpadden schrikken af van beweging. Als wij onze patrouille beginnen (stay together as a group so we'll be one back blur and the seaturtle might not recognize us) lopen we precies de kant op waar vanuit de andere groep net komt terug lopen van hun schildpad en dat snappen we niet helemaal, want daar komen nu toch ZEKER geen schildpadden? Maar goed, we hobbelen maar gezellig met de groep mee. Als we het noorderlijkste puntje van het strand hebben bereikt en niks hebben gezien, maken we rechtsomkeert richting het midden van het strand, waar we erop gekomen zijn. Daar vertelt onze gids dat in principe nu de tour voorbij is, maar zij gaat nog even zuidelijker patrouilleren en wie mee wil mag mee. Duh, we gaan nu echt niet weg en zo besluiten ook de meeste anderen. Onze gids pakt het dan ineens wat serieuzer aan en probeert de groep wat meer bij elkaar te houden, maar we moeten steeds stoppen, omdat er een aantal achterblijven. Pff, zucht ik, dit is een lange avond.. Maar als ik achterom kijk zie ik dat er iemand met een handicap achterop loopt.. ai.

Als we zo als een zwarte blur een tijdje gelopen hebben, zien we ineens een spoor het strand opgaan en de gids stopt ons meteen. We mogen niet meer bewegen en ZEKER niet onze camera's pakken, terwijl zij een kijkje gaat nemen. Eerst loopt ze recht naar het spoor, dan gaat ze er op handen en knieeen doorheen, staat weer op, loopt weer een stukje naar rechts... Ik heb geen idee wat ze aan het doen is eigenlijk. In ieder geval komt ze terug met: 'Do you want the good news or the bad news first?' Het slechte nieuws is dat we hier nog wel een tijdje zullen zijn, want het goede nieuws is dat er inderdaad op dat moment een schildpad haar eieren aan het leggen is :D. We moeten heel voorzichtig om haar heen kruipen van onze gids, dus sneaken we eerst een soort van het strand op, om vervolgens in een rij om de schildpad heen te lopen en achter haar te gaan zitten. De schildpad is blijkbaar in een soort trance, waardoor ze wel merkt dat we er zijn, maar ze is te veel gefocust op het leggen van haar eieren om weg te gaan. We mogen echter nog steeds geen foto's nemen, waar ik de logica niet van inzie, maar he, als een ranger iets zegt neem je het voor waar aan. Ze herhaalt een paar keer 'no cameras', maar toch zijn er nog een paar Chinezen en een Duitser die dat niet lijken te willen verstaan. Zucht... vervelende toeristen altijd. Iedereen mag om de beurt even een kijkje nemen terwijl ze haar eieren legt ('When you had a good luck, for about a dozen of eggs, let somebody else have luck', waarop alle Chinezen natuurlijk stoicijns blijven zitten.. bloody chinese people). Het is wel heel bijzonder om hierbij te mogen zijn, dus sluit ik me maar even af van alle andere mensen die erbij zijn en doe net of ik alleen ben met de schildpad. Als iedereen van achter de schildpad naar voren is gelopen en in een cirkeltje om haar heen zit, mogen we foto's nemen (nogmaals, de logica ervan gaat me compleet voorbij, maar he, de ranger zegt het!). Op dat moment gaan alle camera's aan en zien de schildpad en ik alleen nog maar flitsen. Ik zou her toch niet aan moeten denken dat ik aan het bevallen ben en er een groep mensen op twee meter afstand foto's van me staat te nemen, maar volgens de ranger kan het voor de schildpad echt geen kwaad. Als ze klaar is veegt ze met haar (ik zit nu naar Nick te gebaren, die dingen waar ze mee zwemt weet je wel, hoe heten die dan? .. we hebben allebei geen idee, ik houd het maar op vinnen) vinnen het zand over de eieren heen. Zinloos werk, want de eieren liggen te laag op het strand en we gaan ze straks verplaatsen, maar leg dat maar eens uit aan een zeeschildpad. Als ze daarmee klaar is, maakt ze haar weg terug naar de zee, terwijl de hele groep haar van achteren volgt (ik denk dat alle zeeschildpadden die door zo'n groep getroffen worden op zijn minst een achtervolgingswaan oplopen). De ene ranger loopt met ons mee met de schildpad, terwijl de andere de eieren weer uitgraaft. Dan hebben we de keus om of bij de schildpad te blijven of te helpen met de eieren hogerop te leggen... Shit, ik wil het allebei! Dus eerst volg ik de schildpad een stuk, dan ren ik terug over het strand om even snel twee eieren in hun nieuwe nest te leggen, dan ren ik weer terug naar de zee waar de schildpad NET weg is, dus ren ik terug naar de eieren die NET allemaal weggelegd zijn.. Je kunt ook niet alles hebben ;).

Uiteindelijk is het pas 01.30 als we van het strand afkomen en dan moeten we nog op zoek naar een slaapplek, handig geregeld weer ;). We rijden een stukje terug naar de plek waar we eerder aan het strand gebbqd hebben en parkeren de auto ergens achter de bosjes om daar te gaan slapen. Ik ben zo moe dat het me echt niet meer uitmaakt, dus zodra ik m'n oogjes sluit ben ik weg, om om 07.00 wakker te schieten van de wekker. We rijden vandaag door naar Agnes Water & the Town of 1770, twee beroemde plaatsjes, voornamelijk omdat dit de noorderlijkste plaats aan de oostkust is waar je kunt surfen. Daar aangekomen lunchen we op de picknickplek van een bushcamping. Als we daar zo zitten rijdt er een auto langs en een man roept: 'We've got free sausages if you like, just come see us!' Uh.. wat? Is het niet een beetje gek dat er een random iemand voorbij komt rijden die roept dat je gratis worstjes kunt krijgen? We gaan toch maar ff een kijkje nemen.. :D Ze blijken van de baptisten te zijn en komen hier elke zaterdag om broodjes worst uit te delen en mensen te vragen naar de kerk te komen.

We rijden richting het uitzichtpunt bovenaan de klif en komen onderweg een herinneringspunt tegen, want 1770 is de eerste plek waar Captain Cook aan land kwam in Queensland. Het lijkt mij wel grappig om hier een foto te nemen met een kapiteinshoedje van papier (geen idee hoe ik die moet vouwen trouwens) en een koker als verrekijker, dus vraag ik Nick om de sleutel van de auto, want ik ben de mijne sinds vanochtend kwijt. 'Nick, heb jij de sleutel?' .... 'Uh, oeps..' Alle deuren op slot, sleutel in het slot en de radio nog aan.. Oeps ja. En nu? We hebben allebei echt geen idee wat te doen. Nick stelt voor de politie te bellen, maar onze telefoons liggen in de auto en ons geld ook, dus een telefooncel zit er ook niet in. We spreken een stel aan dat voorbij komt, in de hoop dat zij ons kunnen helpen. Ze blijken oorspronkelijk uit Friesland te komen, maar al 23 jaar hier te wonen. Ze spreken bijna geen Nl meer en dus voeren we het gesprek gewoon in Engels. Zij zijn lid van de racq, een soort van de Australische ANWB, die je komt helpen als je bijvoorbeeld je sleutel in de auto laat liggen. Ze hebben wel een tel nr, maar ook geen bereik met hun telefoon, dus we kunnen ze nu niet bellen. Nick heeft gelukkig nog wel zijn camera in zijn hand, dus maken we een foto van het tel nr en lopen richting een camping die gelukkig heel dichtbij is. Daar mogen we van de vriendelijke mevrouw achter de receptie de telefoon gebruiken en we besluiten eerst de politie te bellen, omdat de racq waarschijnlijk een duur geintje wordt, aangezien we geen lid zijn. De ook vriendelijke politieman aan de andere kant van de lijn legt me uit dat zij niet de tools hebben om in onze auto in te breken en we het beste de racq kunnen bellen. Die moeten echter wel uit Bundaberg komen, zeg maar 1.5 uur zuidelijk. Ok, er zit niks anders meer op dan de racq te bellen. De vriendelijke receptiemevrouw toetst voor ons het nr in dat ik van de politieman heb gekregen, maar die blijkt niet te werken. Ze heeft gelukkig genoeg geduld om ons ook de nummers te laten proberen die op het kaartje stonden van de Nederlandse meneer die we hebben ontmoet, maar ook die nummers zijn niet de goede... Terwijl we zo een beetje aan het tobben zijn komt er een oudere man de receptie binnen lopen, die ons vertelt dat dit hem al zo vaak overkomen is met zijn oude auto en dat als we een soort plastic strap vinden, hij de auto wel open kan krijgen. Pfieuw... Nu nog een plastic strap! Gelukkig heeft de gedulde vriendelijke receptiemevrouw die ook nog voor ons en dus kunnen we aan de slag. We proberen eerst zelf de auto open te krijgen met dat ding, maar dat lukt uiteraard niet, dus gaan we op de camping op zoek naar de meneer die ons zo vriendelijk wilde helpen. Die blijkt met zijn vrouw en een bevriend stel een paar dagen weg te zijn, en het stel blijkt van Nederlandse oorsprong. Ze zijn nu allebei in de 70 en naar Australie verhuisd toen ze 10 en 13 jaar waren, maar de vrouw spreekt nog perfect Nederlands, of beter gezegd, Limburgs :D. De man die ons helpt is oorspronkelijk Deens en zijn vrouw Belgisch. Je ontmoet hier bijna geen echte Ozzies joh ;). Ik vind het wel gezellig met die oudjes, dus stuur Nick met de Deen (Johnny) richting de auto, terwijl ik mijn stoeltje bij ze aanschuif. We zitten maar te kletsen en te kletsen en zo gaat er denk ik wel een uur voorbij, en dan zie ik met zeer grote blijdschap onze Subaru over de weg boven ons komen aanrijden. Jeej!!! Het is toch een vreemd gevoel als je uit je huisje gesloten bent, waar AL je spullen in liggen. Het duurde zo lang, omdat de auto toch niet zo gemakkelijk open te krijgen was als de man had gedacht. Dat was nu natuurlijk niet zo fijn, maar voor ons wel een opluchting, want we maakten ons al een beetje zorgen toen we hoorde hoe makkelijk het zou zijn. We drinken nog een drankje met de oudjes, die ons aanbieden op hun campsite te blijven logeren. We kunnen dan als gasten bij hun bijboeken en hoeven maar 24 AUD te betalen. De camping ligt echt prachtig aan het water en het zijn gezellige mensen, dus dat aanbod nemen we graag aan.

Eerst gaan we alsnog naar het uitzichtpunt bovenaan de klif, waar het uitzicht geweldig is en er drie zeeschildpadden rondzwemmen, die zich af en toe laten zien. Het zou hier ook moeten stikken van de dolfijnen, maar die laten zich blijkbaar nooit zien als wij in de buurt zijn. Het licht komt geweldig mooi door het wolkendek heen en ik schiet denk ik de mooiste foto's tot nu toe (ik ben inmiddels verliefd op mijn camera en we zijn onafscheidelijk!). Als het weer wat minder wordt rijden we terug naar het dorpje om wat boodschappen te doen, waar we WEER het Nederlandse stel tegenkomen haha. We kletsen wat en nemen dan weer afscheid, want het is tijd voor pannekoeken! We geven de Nederlandse vrouw er ook twee, die ervan smult :). Iedereen is doodop, dus een echt gezellig avond wordt het niet, want we liggen braaf om 20.30 in bed, op de zaterdagavond.. ;)

We beginnen de zondag met een duik in de zee, heerlijk verfrissend.. Tot we ons bedenken dat we eigenlijk helemaal niet weten wat hier rond zwemt en of er misschien haaien of jellyfish zitten.. hmm, toch maar weer eruit dan haha. We gaan vandaag eerst een surfles doen en dan richting Yeppoon, want we hebben met Sabrina eerder afgesproken dat we vandaag zullen komen. We hebben echter al sinds twee dagen geen bereik meer met onze mobiele telefoon (welkom in Australie), dus we bellen haar 's ochtends ouderwets vanuit een telefooncel om te laten weten dat we er rond 18.00 zullen zijn. Terwijl we in de auto zitten richting de surfles zegt Nick dat het toch wel lekker was om weer eens ff uit te kunnen slapen, in plaats van snel weg te moeten als we ergens illegaal staan. Uh Nick, we waren om 07.30 wakker op zondagochtend.. En dan moeten we allebei wel een beetje lachen, want thuis zou je op je klokje kijken en je omdraaien om pas om 12.00 een keer je bed uit te rollen :D.

We melden ons om 09.45 bij de surfshop voor onze surfles, die hier voor 17 AUD voor drie uur worden aangeboden. Super goedkoop natuurlijk! Ik ben hyperflexibel en mijn armen schieten vrij snel uit de kom, dus tot nu toe heb ik nog niet willen surften, omdat het waarschijnlijk het geld niet waard zou zijn. Maar voor 17 AUD kan ik het natuurlijk niet laten en je moet uiteraard een keer gesurfd hebben als je in Australie bent. Als we ons melden kunnen we wel zien waarom het 17 AUD is, want de groep is echt enorm, ik denk wel een man of 30. Eerst moeten we allemaal ff gaan zitten.. Dan komt om 10.10 iemand even iets uitleggen.. dan moeten we wat formulieren invullen tot 10.30 ('Zal ik wel of niet laten weten dat ik hyperflexibel ben?' 'Ah joh, doe maar wel')... dan moeten we de formulieren inleveren ('Hyperflexibel, what's that?' 'It means I dislocate my shoulders pretty easily' 'Hm... when was the last time?' 'Couple of years ago, I am very very careful, don't worry' (die ochtend nog, maar wat niet weet, wat niet deert), 'Okay, just take it very very easy then' 'Sure!)... dan gaat ie ons weer iets uitleggen... Nou ja, je snapt het al, voor we in het water liggen is het 11.30. Nick doet het super goed en blijft regelmatig op zijn bord staan. Ik heb al moeite om me er uberhaupt op te wurmen, dus het grootste deel van de tijd sta ik naast mijn bord of lig ik eronder, als ik probeer een golf te pakken en er weer eens afval. Ik heb nog nooit zoveel zeewater gedronken in mijn leven ;). Maar, daar gaat het niet om, want volgens onze instructeur is het belangrijkse 'fun, fun and fun' en leuk is het zeker. Uiteindelijk besluit ik de hele boel maar op te geven en gewoon lekker drijvend op mijn bord met de golven terug naar het strand te gaan, wat ook best leuk is! Als ik zo op het strand weer aanspoel zie ik een Ozzie met een grote glimlach vanaf het strand naar me kijken. Ik zeg tegen hem: 'I can't manage to stay on the board, so I might as well have some fun this way right?' Hij is het volledig met me eens ;). Als ik m'n weg terug het water in heb gevonden en voor de laatste keer besluit het nog eens te proberen, schiet tijdens het peddelen al mijn schouder uit de kom en dan ben ik er klaar mee.

Na de les gaan we terug naar de het pleintje waar de surfshop zit, want als het goed is kunnen we daar pie met kangaroo krijgen. Die blijkt op te zijn, maar de beste mevrouw vertelt ons dat ze nog wel pie met krokodil heeft. Ok, doe die dan maar! Het smaakt niet eens zo heel bijzonder, maar hij kan wel weer van de bucketlist ;).

Als we uitgegeten zijn zetten we koers richting Yeppoon. We hebben de GPS voor de verandering op kortste weg gezet ipv snelste weg, omdat we bedacht hebben dat die routes vast veel mooier zijn dan over de snelweg. We worden dan ook meteen een nationaal park ingestuurd. Het eerste deel van de route gaat prima, het is een gravelroad door het regenwoud met overal loslopend vee en rondhoppende kangaroos. Na ongeveer 15 km is de GPS ons echter al kwijt en wil ze ons weer terug sturen, maar we besluiten op de gok toch maar door te rijden. Dan wordt de weg wat hobbeliger enzo, liggen er bomen overheen en uiteindelijk ook diepe kuilen met water erin. Op zich trekt de auto het allemaal prima en rijdt Nick voor zijn doen ook best wel voorzichtig, tot er andere auto's achter ons verschijnen. Ik voel Nick het gas indrukken en zeg nog 'Nu niks doms doen Nick, alleen omdat er anderen achter ons zitten', maar ik heb het nog niet gezegd of we ruilen een diepe kuil in en zitten muurvast... zucht. Gelukkig zijn de mensen uit de twee auto's zo vriendelijk om ons te helpen en hebben ze ook nog alle juiste apparatuur aan boord, waardoor we zo weer 'op het droge' staan. De man die ons geholpen heeft vertelt dat de weg hierna nog slechter wordt, en dat er ook nog ergens een creek zit die getijden heeft. Het is nu laagtij, maar dat betekent dat het water weer omhoog gaat komen en hij weet niet hoe hoog dat zal zijn. Ok, dan gaan we rechtsomkeert terug besluit ik, terwijl Nick staat te popelen om verder te rijden en het te proberen, met het risico dat we vast komen te zitten en er een dag of twee niemand meer langs komt.. Oh, oh, oh, mannen en hun speeltjes zeg ik en dat beaamt de enige andere vrouw in het gezelschap: 'That's why I came with, to be the sensible one'.

Dus rijden we de hele route weer terug door het park om vervolgens toch maar gewoon de snelweg te nemen richting Yeppoon.. En daar.. Beter lees je het volgende verhaal, want het was waanzinnig. Ik zal het niet allemaal verklappen, maar het heeft te maken met een onbewoond eiland!


  • 28 November 2013 - 20:02

    Andrea:

    Mooi he, Fraser Island?? Heel herkenbaar dat wild plassen:) Destijds mocht je zonder gids naar het eiland. Er is toch wel een hoop verandert de afgelopen jaren.

    Have fun en ik volg jullie verhalen met veel plezier :)

    xx

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Sanne

Op avontuur!

Actief sinds 19 Sept. 2013
Verslag gelezen: 126
Totaal aantal bezoekers 22497

Voorgaande reizen:

20 September 2013 - 20 Maart 2013

Bangkok, Taipei, Sydney and beyond

Landen bezocht: